Bach, C.P.E.: Pianoconcert in D Wq. 43/2, H. 472; Bach, J.C.: Pianoconcerten in D op. 7/3 en Es op.7/5; Bach, J.S.: Pianoconcert nr. 2 in E BWV 1053. Anastasia Injushina met Camerata Hamburg o.l.v. Ralf Gothóni. Ondine ODE 1224-2 (69’18”). 2012
Het aantrekkelijkste aan dit programma met werken van Bach sr. en zijn twee begaafdste zonen is wel dat het de snelle verandering van de smaak uit hun tijd zo mooi illustreert, de overgang van barok naar vroeg classicisme.
Wie het ‘Sturm und Drang’ Klavecimbelconcert H. 472 van C.P.E. Bach in een zo oorspronkelijk mogelijke staat wil horen, kan het best te rade gaan bij Andreas Staier en het Freiburgs Barokorkest o.l.v. Petra Müllejans (Harmonia Mundi HMC 90.2083/4). Van J.C.’s zes klavierconcerten op. 7 kennen we alleen de bijna veertig jaar oude opname van pianiste Ingrid Haebler en Eduard Melkus (Philips 438.712-2) en een nieuwere van klavecinist Anthony Halstead met de Hanover Band (CPO 999.600-2). Deze laatste draagt een vrij authentiek stempel vanwege het oude instrumentarium. Maar wie de volledige reeksen van de Bachzonen niet compleet wil hebben, is dit een goede uitweg. Men moet de piano voor lief nemen, maar die wordt door Anastasia Injushina met veel gevoel voor klavecimbelklank bespeeld onder gebruikmaking van alle mogelijkheden die het moderne instrument biedt. Ze articuleert op heel genuanceerde wijze en weet in de langzame delen de vleugel mooi te laten ‘zingen’. Versieringen zijn fraai aangebracht, maar hebben soms het karakter van accenten. Opvallend is de cadens in op. 7/5.
Dat het concert van Bach père het laatst is geplaatst, gunt ons een mooie terugblik op de muzikale ontwikkeling die plaats had. Hier kan Injushina de vergelijking met Gould (Sony M2K 42270), Schiff (Decca 425.676-2) en Perahia (Sony SK 89245) goed doorstaan. Ook dit werk komt heel vlot en niet al te metrisch op heldere manier tot stand. Het Hamburgse ensemble begeleidt sprankelend en alert.