CD Recensies

BEETHOVEN: OUVERTURES (COMPLEET)

Beethoven: Ouvertures Coriolan op. 62; Egmont op. 84, König Stephan op. 117; Die Geschöpfe des Prometheus op. 43; Leonore I op. 138’; Leonore II op. 72; Leonore III op. 72b; Die Weihe des Hauses op. 124; Fidelio op. 72c; Zur Namensfeier op. 115; Die Ruinen von Athen op. 113. Menuetten nr.1-12 WoO. 7; Deutsche Tänze nr. 1-2 WoO. 8; Contradansen nr. 1-12 WoO. 14. Gewandhauorkest Leipzig o.l.v. Kurt Masur c.q. Academy of St. Martin-in-the-Fields o.l.v. Neville Marriner. Philips 438.706-2 (2 cd’s, 2u. 32’19”). 1972/4

 

Beethoven: Ouvertures Coriolan op. 62; Leonore I op. 138’; Leonore II op. 72; Leonore III op. 72b; Die Weihe des Hauses op. 124; Fidelio op. 72c. Philharmonia orkest o.l.v. Otto Klemperer. EMI 763.611-2 (73’54”). 1957/63

 

Beethoven: Ouvertures Coriolan op. 62; Egmont op. 84, König Stephan op. 117; Die Geschöpfe des Prometheus op. 43; Leonore I op. 138’; Leonore II op. 72; Leonore III op. 72b; Die Weihe des Hauses op. 124; Fidelio op. 72c; Zur Namensfeier op. 115; Die Ruinen von Athen op. 113. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG  (1u. 427.256-2 (2 cd’s, 1u. 39’39”). 196..

 

Beethoven: Ouvertures Coriolan op. 62; Egmont op. 84, König Stephan op. 117; Die Geschöpfe des Prometheus op. 43; Leonore I op. 138’; Leonore II op. 72; Leonore III op. 72b; Die Weihe des Hauses op. 124; Fidelio op. 72c; Zur Namensfeier op. 115; Die Ruinen von Athen op. 113. Weens filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 429.762-2 (2 cd’s, 1u. 35’29”). 1985/90

 

Met de blik op het theater – opera, ballet, toneelstuk of feestelijke aanleiding, dat doet er minder toe – heeft Beethoven tien van zijn elf ouvertures geschreven. Een vergelijking tussen de vier diverse versies voor de moeizame opera Fidelio (met 3x Leonore) biedt een goede blik in de werkplaats van de componist waar kaf en koren niet zelden met zorgvuldige detail werkzaamheden van elkaar werden gescheiden.

Hoe divers Beethoven het begin van de desbetreffende doel in het kader van de ouverturevorm inschatte, illustreert het beste de digitaal opgenomen versie van Abbado. De contouren van de tot muziek geworden gebeurtenissen op het toneel worden hier met de vereiste spanning zonder enig blijk van pathos uitgewerkt. Wie de ontmoeting met de vaderlandse held graaf Egmont en zijn bloedverwanten met tragisch slot misschien ooit verveelt, zal bij Abbado eerder diep getroffen worden.

Bij de oudere opnamen zorgt Klemperer voor meer uit graniet gehouwen beelden, Karajan haast in tegendeel voor een pluchen vorm en Masur voor een zakelijke.