Argerich en vrienden 2014. Mozart: Pianoconcert nr. 20 in d KV 466; Beethoven: 7 Variationen über das Thema Bei Männern welche Liebe fühlen WoO 46; Milhaud: La création du monde op. 81b; Mendelssohn: Symfonie nr. 1 in c (bew. Busoni); Borodin: Pianokwintet in c; Bridge: Cellosonate H. 125; Poulenc: Sonate voor piano vierhandig FP. 8; Cellosonate FP. 143; Scriabin: Fantasie in a op. posth.; Vainberg: Vioolsonate nr. 5 op. 53. Martha Argerich (p), Orkest van de Italiaans-Zwitserse omroep o.l.v. Jacek Kaspszyk, Mischa Maisky (vc), Eduardo Hubert (p), Dora Schwarzberg (v), Michael Guttman (v), Nora Romanoff-Schwarzberg (va), Mark Drobinsky (vc), Akane Sakai (p), Lilya Zilberstein (p), Anton en Daniel Gerzenberg (p), Alexander Mogilevsky (p), Andrey Baranov (v), Geza Hosszu-Legocky, Jing Zhao (vc), Gautier Capuçon (vc), Gabriela Montero (p), Dagmar Vlottu (p), Francesco Piemontese (p), Daniel Rivera (p), Gidon Kremer (v). Warner 2564-61346-0 (3 cd’s, 3u.15’04”). 2014
Het initiatief dat Martha Argerich vrij bescheiden samen met Nelson Freire al in 1982 nam om een mini kamermuziekfestival in het Zwitserse Tessin te beginnen, groeide na 2002 uit tot het Lugano festival waarvan sindsdien eerst door EMI en nu door Warner de belangrijkste, interessantste optredens zijn gedocumenteerd.
Ook in 2014 waren weer veel bekende musici bijeen die samen voor een heel bijzondere programmering met meer onbekende dan (over)bekende muziek zorgden. Vertrouwde, vaste teamspelers worden ieder jaar weer met een goed instinct voor welkome nieuwkomers aangevuld. Die kennismakingen zijn als regel van positieve aard.
Waar het minste behoefte aan bestond, is het pianoconcert van Mozart, dat Argerich al opnam met Rabinovitsj (Teldec 4509-98407-2, Warner 2564-613134-2) in 1998 en Abbado (DG 479.1033) in 2013. Groot zijn de onderlinge verschillen niet en ok deze recente vorm is erg mooi.
Gelukkig houdt Maisky in de Beethovenvariaties zijn emoties en vibrato wat in toom. Maar interessanter is het om hierna Milhauds eigen arrangement voor pianokwintet van La création du monde te horen. De melodielijnen tekenen zich duidelijker af. Maar de opvattingen van de uitvoerenden lopen niet helemaal parallel en een teveel aan vibrato van Schwarzberg is jammer.
Borodins pianokwintet uit 1863 blijkt al is het beslist geen groots werk op het niveau van het tweede strijkkwartet een ware trouvaille, een plezierige aanwinst met Mogilevsky, Baranov, Hosszu-Legocky, Romanoff en Zhao met als hoogtepunt het scherzo.
Ook Busoni’s arrangement van Mendelssohns prille symfonie voor achthandige piano is interessanter voor de (goed homogene) vertolkers Sakai, Zilberstein, de Gerztenbergs dan voor de luisteraar.
In de meesterlijke cellosonate van Bridge uit de periode 1913/7 tonen Capuçon en Montiero zowel de kracht en de noblesse als de ingetogen intimiteit waar dat nodig is.
Ook de compacte vierhandige pianosonate van Poulenc is hierna met Argerich en Clottu een genoegen met erkenning van de Stravisky verwantschap; Capuçon en Piemontese zorgen daarna voor de juiste afwisselend geestige, beklemmende sfeer met het langzame deel als treffendste onderdeel.
Een volgende ware ontdekking blijkt de Fantasie van Scriabin uit 1900. Weliswaar zorgden onder meer de zusjes Labèque (Philips 442.778-2) al eerder voor een fraaie lezing van dit intrigerende stuk, ook Mogielvevsky en Rivera weten er het juiste, fel geladen karakter aan mee te geven.
Tenslotte had waarschijnlijk niemand beter dan Kremer en Argerich kunnen worden gevonden voor de vijfde vioolsonate van Vainberg. Ze laten interpretatief gezien de Kirpals (CPO 777.456-2) en Roth/Galliardo (Challenge CC 72567) achter zich.
Zo blijkt al met al de muzikale oogstopbrengst van dit festival opnieuw heel boeiend en groot te zijn.