Tom Ottar Andreasen: La flûte norvégienne. Bræin: Fluitconcertino op. 10; Kvandal: Fluitconcert op. 22; Hovland: Suite voor fluit en orkest op. 41; Mortensen: Solofluitsonate op. 6. Met het Noors omroeporkest o.l.v. Ingar Bergby. Lawo LWC 1127 (71’09”). 2014
Buiten het eigen land in niet zoveel bekend over Noorse componisten uit de twintigste eeuw. Maar Lawo laat de geïnteresseerde muziekliefhebber hier kennis maken met vier tussen 1953 en 1963 gecomponeerde werken voor fluit en orkest van Edvard Fliflet Bræin (1924-1976). Johan Kvardal (1919-1999), Egil Hovland (1924-2013) en Finn Mortensen (1922-1983). Gemeen hebben ze verder dat ze alle werden geschreven voor Alf Andersen en Per Øien die net als Tom Ottar Andreasen die eerste fluitist in het Oslo filharmonisch orkest en het Noors kamerorkest studeerden bij Ørnulf Gulbrandsen. Dat zal niet-Scandinaviërs mogelijk weinig zeggen. Maar daar werden mensen van kwaliteit grondig opgeleid, blijkt hier.
Gelukkig spreken de vier werken wel een duidelijke, bevattelijke taal. De werken werden geselecteerd op verscheidenheid en zo gaan we van Bræins luchtige extraverte Concertino via Kvandals redelijk traditionele Fluitconcert naar het niet geestdodende serialisme van Hovland. In de solosonate van Mortensen kan de fluitist aan zichzelf overgelaten zijn grote kunnen, souplesse en wendbaarheid tonen.
Fluitisten die naar uitbreiding van hun repertoire zoeken moeten hier maar eens hun oor te luisteren leggen.