Yulianna Avdeeva: Chopin, Schubert, Prokofiev. Schubert: Impromptu’s posthumes nr. 1-3 D. 946; Prokofiev: Pianosonate nr. 7 in Bes op. 83; Chopin: Préludes op. 28 nr. 1-24. Mirare MIR 252 (2 cd’s, 1u. 31’09”). 2014
Van haar optredens tijdens het Chopinconcours in 2010 bracht Narowdowy Instytut Fryderyka Chopina meteen een dubbel cd (NIFCCD 600/1) uit waarop we kunnen horen waarom ze aanspraak maakte op die bekroning. Dit is een van de recitals die ze de jaren daarna opnam en opnieuw wordt de luisteraar getroffen door heel pakkende momenten in haar spel, flitsen van technische brille die soms extatische hoogten bereiken
In Schubert drie stukken D. 946 vindt zij de kleurvariatie die noodzakelijk is om de sonatelengte te verlevendigen, ze begint met een witgloeiende inzet van Prokofievs Pianosonate en maakt vervolgens in muzikaal opzicht vrijwel alles wat er van te maken valt, zonder dat het vulgair wordt. In de Préludes van Chopin wisselt haar voordracht tussen lyrische spontaniteit en emotionele terughoudendheid.
Resultaat: een bedachtzame Schubert, een grillige Prokofiev en een Chopin met veel gezichten. Dat ze soms ook buiten haar Chopinstraatje vertoeft, toonde Avdeeva aan met de hier eerder besproken opname van Weinbergs Pianokwintet (ECM 481.4604) waaraan ze meewerkte.