Armida kwartet. Fuga magna. Haussmann: Fuga prima en seconda; Bach, J.S. ‘Contrapunctus’ 1, 4 en 11 uit Die Kunst der Fuge BWV. 1080; Beethoven: Grosse Fuge op. 133; Goldberg: Sonate in c Dür G 14; Mozart: Adagio en fuga KV. 546; Scarlatti, A.: Sonata a quattro nr. 4. Met Raphael Alpermann (kl). Avi 18553380 (58’26”). 2016
In 2013 debuteerde het Duitse Armida kwartet, dat bestaat uit Martin Funda en Johanna Stämmer (v), Teresa Schwamm (va) en Peter-Philipp Stämmer (vc) met veel succes en waardering op cd met strijkkwartetten van Bartók (nr. 4), het kwartet op. 1 van Kurtág en de twaalfdelige Metamorphoses nocturnes van Ligeti (AVI 8553298). Met deze drie belangrijke composities uit de Hongaarse kwartetliteratuur verdiende het een lauwerkrans.
Hoewel het vooruitzicht op vijftien strenge fugatische composities wat eentonig en saai lijkt, blijkt dit in de praktijk erg mee te vallen waarvoor veel dank aan dit kwartet is verschuldigd. Sterker nog: een beter pleit voor de fuga in al zijn verschijningsvoren is moeilijk voorstelbaar, zo onacademisch warmbloedig en koesterend zijn de verklankingen.
De cd bevat ook onbekende werken, te beginnen met de beide vroegste fuga’s uit het Duitse repertoire van Valentin Haussmann (1560-ca. 1614) uit rond 1600 waarin thematisch iets van volksmuziek sluimert. Dat daarna Bach niet mag ontbreken en dat daarvoor de Kunst der Fuge met drie logisch gekozen delen niet mag ontbreken evenzo.
Dat de imposante, majestueuze Grosse Fuge van Beethoven als oorspronkelijk zelfstandig werk en niet als finale van het dertiende kwartet wordt behandeld is logisch en wordt gerechtvaardigd door een heel intensieve, energieke aanpak die het werk enige ruigheid meegeeft.
In de Kwartetsonate in c Dür G 14 van Johann Gottlieb Goldberg (1727-1756), bekend door Bachs Variaties op zijn naam, treffen we ook een mooi doorontwikkelde fuga aan en Mozarts doorwrochte Fuga die volgt op een zelfstandige, lieflijker adagio is natuurlijk weer een bekend item. Volgt nog een klein uitstapje naar Italië, waar Domenico Scarlatti tussen neus en lippen door ook toonde een gedegen fuga te kunnen schrijven.
Het Armida kwartet speelt dit alles met een de formele strengheid aangenaam aanvullend élan en veel inzet, keurig stilistische verschillen in acht nemend. Zo werd dit een feestje om naar te luisteren.