Gaëlle Arquez: Ardente flamme. Gluck: ‘Dieux puissants que j’atteste uit Iphigénie en Aulide; Cherubini: ‘Ah! Nos peines seront communes’ uit Médée; Gluck: ‘Ah! Si la liberté me doit être ravie’ uit Armide; Lalo: ‘De tous cotés j’aperçois dans la pleine’ uit Le roi d’Ys; Bizet: ‘Près des ramparts de Séville’ uit Carmen; Berlioz: ‘D’amour l’ardente flamme; uit La damnation de Faust op. 24; Gounod: ‘Où suis-je? O ma lyre immortelle’ uit Sapho; Thomas: ‘Connais-tu le pays?’ uit Mignon. Met het Nationaal orkest Bordeaux Acquitaine o.l.v. Paul Daniel. DG (62’53”). 2017
Nadat ze zich had laten horen in rollen uit twee fijne contrasterende opera’s uit het barokrepertoire Vivaldi’s Orlando furioso (in een interessante vroege versie uit 1713 op Naïve OP 30540) en Lully’s Phaéton (Aparté AP 061) kreeg de Franse mezzosopraan Gaëlle Arquez nu op het edellabel DG de mogelijkheid om zich solistisch in een veel breder programma te laten horen. Hier ligt de nadruk meer op Frans romantisch repertoire.
Haar keuze van de diverse aria’s is ook daarom zo interessant omdat ze waarschijnlijk bewust niet de allerbekendste uitkoos. Er zit een chronologische opbouw in het programma en het treft aangenaam hoe goed de zangeres tussen de karakters van de diverse rollen differentieert.
Lange bel canto melodieën worden noot zitten nooit de dramatische situatie dwars en Arquez blijkt gelukkig een heel stuk boven de materie te staan. Paul Daniel zorgt voortdurend voor een sympathieke begeleiding. Duidelijk hebben we te maken met een zangeres die veel in haar mars heeft en van wie we hopelijk heel wat meer te horen krijgen. Intussen is ze wel op dvd te zien en te horen in complete werken als Cherubini’s Médée (Bel Air) en Bizets Carmen (C Major).