Aurora kwartet: Russische romantiek. Tchaikovsky: Capriccio italien in A op. 45 (bew.); Glazoenof: Het woud op. 19 (bew.); Fantasie in E’ La mer’ op. 28 (bew.); Balakirev: Tamara (bew.). Naxos 8.557717 (64’17”). 2005

Ogenschijnlijk zijn er niet zoveel werken voor 2 piano’s-handig, maar je wordt gauw uit de droom geholpen wanneer je op internet naar de 170 pagina’s met alfabetisch gerangschikte bewerkingen van meest orkestwerken kijkt.

Het uit Julia Severus, Alexander Vitlin, Alina Luchtsizkaja en Apostols Palios bestaande Aurora pianokwartet koos er vier uit de Russische romantiek uit en herleidt de bekende composities van Tchaikovsky en Balakirev en de minder bekende van Glazoenof tot hun harmonische kern zonder de melodische component te verwaarlozen.

Interessant is vooral de gedaanteverwisseling van Tamara wanneer we het origineel van bv. Nagano (Decca 483.0396) of Gergiev (LSO Live 0784) vergelijken met wat de vier pianisten laten horen. 

Het symfonisch gedicht wordt algemeen beschouwd als het beste werk van Balakirev en als toetssteen van de oriëntaalse muziek. De oorspronkelijke bedoeling was om een lezginka naar het voorbeeld van Glinka te schrijven, maar de componist werd geïnspireerd door de tekst van Mikhail Lermontov over de verleidster Tamara die langstrekkende reizigers in haar toren aan de kloof van Daryal binnenlokt om ze een nacht sensuele geneugten te bieden en ze vervolgens te vermoorden en hun lichaam in de rivier Terek te gooien.

Ook vier pianisten weten de sfeer van de Kaukasus met zijn bergen en de deels engelachtige, deels demonische sfeer van het verhaal met subtiel en dramatisch effect op te roepen.