Artemis kwartet: Strauss, R.: Strijksextet uit Capriccio op. 85; Berg: Pianosonate in b op. 1 (bew. Heime Müller); Schönberg: Verklärte Nacht op. 4. Met Thomas Kakuska (va) en Valentin Erben (vc). Virgin 335.130-2 (51’02”). 2002
Het curiosum op deze cd is de bewerking die de violist Heime Müller van het verder uit Natalia Prischepenko (v), Volker Jacobsen (va) en Eckart Runge (vc) bestaande Artemis kwartet maakte van de Pianosonate van Berg. Het werk ontstond aan het eind van zijn studietijd bij Schönberg en geldt als zijn eerste atonale compositie, maar er zijn best nog treffende ‘gewone’ klanken in te horen. Wanneer door een strijkkwartet de stemmen beter te onderscheiden zijn, blijkt goed hoe grondi de kennis van contrapunt was bij Berg. Het werk wordt hier prachtig uitgevoerd, zodanig zelfs dat ik het in deze vorm voortaan het liefste wil horen.
Richard Strauss schreef zijn laatste opera Capriccio tussen 1939 en 1942, maar wie zou verwachten dat daarin iets blijkt van de ramp waarin zijn landgenoten de wereld stortten, zal gauw merken dat hij in het sextet intermezzo gewoon vasthoudt aan een gracieuze wereld vol schoonheid. Een vorm van escapisme?
Om dit werk en Schönbergs Verklärte Nacht te kunnen spelen, moest het Artemis kwartet een beroep doen op twee leden van het Alban Berg kwartet. In een warmbloedige, welige vertolking wordt de essentie van het werk goed op super Mahleriaanse manier aangetoond. Om daarvoor begrip te tonen hoeft men het gedicht van Richard Dehmel dat eraan ten grondslag ligt niet te kennen.
Van de stukken van Strauss en Schönberg bestaan heel wat meer, maar zelden betere uitvoeringen. Eigenlijk alleen al vanwege de 12’25” Berg is deze de moeite van aanschaf waard. De opname klinkt goed, er is alleen wat minder wenselijk gesnuif van een der musici hoorbaar.