Asasello kwartet: Melancholie. Chausson: Chanson perpétuelle op. 37; Rabl: Zu spät op. 5/1; Brahms/Reimann: Ophelia-Lieder WoO. 22; Hindemith: ‘Dunkler Tropfe’, ’Traumwald’ uit Melancholie op. 13; Gretchaninov: Dode bladeren op. 52; Busch. A.: Liederen met piano en viool op.3a nr. 1-3; Canteloube: Colloque sentimental; Schillings: Abenddämmerung op. 1; Strauss, R.: Stiller Gang op. 31/4; Lekeu: ‘Nocturne’ uit Poèmes. Met Lucia Duchobová (ms) en Ulrike Payer (p). Capriccio C 5144 (50’39”). 2012
Het in 2000 geformeerde Keulse Asasello kwartet dat bestaat uit Rostislav Kozhevnikov en Barbara Streil (v), Justyna Sliwa (va) en Teemu Myöhänen (vc) beweegt zich al bijna twintig jaar met vlot gemak tussen eeuwen aan kamermuziek. De eerste violiste van het kwartet, Barbara Steil, houdt van een speeltechnische uitdaging, maar verliest de ziel van het te spelen werk niet uit het oog.
‘Er zijn passages in hedendaagse composities, maar ook bij Beethoven, die ons bloed, zweet en tranen kosten, ook omdat ze o zijn geschreven. Maar als onze oplossing te perfect en te gemakkelijk zou zijn, missen we de essentie van het stuk.’
Tot wat die werkopvatting leidt, blijkt aardig uit het uitmiddelpuntige repertoire rond het thema ‘melancholie’ dat men maar zelden te horen krijgt dat op deze cd met mezzo Lucia Duchobová en pianiste Ulrike Payer is bijeengebracht.
Boeiend materiaal, waarbij de begeleiding niet alleen aan de piano is overgelaten, maar het accent is verlegd naar het strijkkwartet dat makkelijker een sfeer van weemoed kan opwekken. De Slowaakse mezzo Lucia Duchobová maakte eerder een opname met liederen van Turina (Hännsler 98608) waarmee ze een Grammy won en onderscheidt zich hier opnieuw positief.
Wie meer wil horen van het Asasello kwartet op zichzelf, kan terecht bij een drietal Strijkkwartetten van Fanny en Felix Mendelssohn (AVI 8553140) en de Schuberts Strijkkwartet Der Tod und das Mädchen met Schnittke’s Strijkkwartet nr. 3 (AVI 8553154).