Elly Ameling: Concertopnamen. Met diverse begeleidingen. Nederlandse Omroep GW 80003 (5 cd’s). 1957-1991
Een album, waarmee de discografie van Elly Ameling waarschijnlijk compleet wordt gemaakt. Rijkelijk gesponsord zijn hier al haar opnamen uit het omroeparchief op logische wijze bijeengebracht. De indeling is heel logisch met één schijfje voor haar opera aria’s, eentje voor elk Duitse en Franse liederen, eentje voor een combinatie van Nederlandse, Argentijnse, Engelse en Russische liederen en tenslotte een met twintigste eeuws Nederlands materiaal. De begeleidingen zijn uiteraard wisselend, maar in de liedprogramma’s komen we het meest de voortreffelijke Rudolf Jansen tegen.Wie dacht zo ongeveer alles van Ameling te kennen, zal hier nog aangename verrassingen beleven. Die zijn om te beginnen bij de operafragmenten te vinden. Veel mensen wisten niet dat ze zich in dat genre bewoog omdat er in het theater weinig of niets van bleek. Des te boeiender dat nu achteraf Bizet (Carmen), Gounod (Faust), Maillart (Dragons de Villars) en natuurlijk Mozart (Idomeneo, Così fan tutte, Figaro) als achtereenvolgens Micaëla, Marguérite, Rose, Ilia, Fiordiligi en – opvallend – Cherubino, Susanna zowel als de gravin bijna letterlijk ten tonele verschijnen.Bij de liederen zijn het vooral de op cd 4 bijeengebrachte liederen en aria’s van Huyghens, H. Andriessen, Moesorgsky (Kinderkamer!), Stravinsky, Dallapiccola, Rossini, Tosti, Guastavino en Scott die bij alle verbazing ook nieuwe bewondering wekken.De hoofdschotel van het Nederlandse repertoire op cd 5 wordt gevormd door The holy song (het Hooglied), waaraan ook tenor George Maran en bas Guus Hoekman meewerken. Last but not least is daar Heppeners Cantico della creature di San Francesco d’Assisi.Wat een schatkamer! Het is tevens een groot eerbetoon aan een zangeres die inderdaad in de periode van 1957 tot 1991 zo’n prominente plaats innam in het internationale muziekleven. Iemand ook die op tijd wist wanneer het verstandig was om te stoppen en wier stem op het eind van haar carrière gelukkig geen spoortje slijtage vertoonde.De veelzijdigheid van het gebodene illustreert natuurlijk ook meteen de intelligentie van veelzijdige repertoirekeuze. Zwakke plekken zijn eigenlijk niet te vinden. Welwijselijk waagde de sopraan zich niet aan materiaal dat buiten haar bereik lag. Zoals gezegd: een fraaie afronding van haar discografie.Dat de opnamekwaliteit wat variabel is, lijkt onvermijdelijk, maar voldoende is deze steeds.