CD Verzamelprogramma's

ZEMTSOV ALTVIOOL KWARTET: PAPINI, BOWEN, PIAZZOLLA E.A.

Zemtsov altviool kwartet: Papini: Kwartet; Bowen: Fantasy quartet op. 41; Weinzlerl: Nachtstück op. 34; Werkman: Quatre mouvements op. 59; Malcys: Elegy; D. Zemtsov: The circle of dimished fifths; Piazzolla: Verano porteño; Milanga del Angel; Muerte del Angel. Navis Classics NC 14001 (57’19”). 2013

 

We moeten ver in de (muziek)geschiedenis terug gaan om families te vinden waarin alle generatiegenoten eenzelfde instrument bespeelden. De familie Bach komt natuurlijk meteen naar voren, in Frankrijk de Couperins en in Nederland Brandts-Buijs.

Maar op dit moment in 1914 is het toch vooral de ongetwijfeld uit O. Europa stammende, maar via Mexico in Nederland belandde familie Zemtsov – vader Mikhail, broer Alexander, moeder Julia Dinerstein en dochter Dana - die zich waarschijnlijk voor de allereerste keer niet met piano/orgel of viool, maar uitgerekend met de altviool niet alleen scherp profileert, maar ook onderscheidt.

Het repertoire voor dit instrument zal best schaars zijn; het is dus goed dat voor dit programma  gezocht werd naar oorspronkelijke werken als van Guido Papini (1846-1912), de Brit York Bowen (1884-1961) en van Max von Weinzierl (1841-1898). Oorspronkelijk zijn de recentere stukken van Arne Werkman (1960), Arvydas Malcys (1957) en Daniil Zentsov (1996). 

Het wordt aangevuld met arrangementen van andere, deels bekende, deels onbekende werken met tot slot als feest der herkenning drie populaire tango’s van Piazzolla.

Omdat bij een combinatie van vier identieke instrumenten een monochromische klank dreigt, moet deze muziek het vooral hebben van de diversiteit aan melodielijnen en onderlinge dynamiekverschillen. Dat is gelukkig behoorlijk het geval. De voortreffelijke uitvoeringen van dit individueel èn als kwartet ideaal op elkaar afgestemde kwartet (familiebanden helpen daarbij zeer naar mag worden aangenomen) doen de rest. Louter pluspunten derhalve als eindoordeel.

Van  Bowen’s Fantasy quartet en Weinzierl’s Nachtstück bestaat een opname van het Tertis kwartet (Oehms OC 788), van Bowen’s Fantasie eentje met Lawrence Power, Philip Dukes, James Boyd en Scott Dickinson (Hyperion CDA 67651/2). Maar wat zou het, geconfronteerd met de Zemtsov pracht?