CD Verzamelprogramma's

YONCHEVA, SONYA: PARIS MON AMOUR

Sonya Yoncheva: Paris mon amour. Massenet : ‘Celui dont la parole…. Il es doux’ uit Hérodiade; ‘De cet affreux combat…. Pleurez, mes yeux’ uit Le Cid; ‘Thaïs… C’ est toi, mon père’ uit ThaïsPuccini: ‘Se come voi piccina’ uit Le villi; ‘Donde lieta usci’ uit La Bohème; Gounod: ‘Où suis je… O ma lyre immortelle’ uit Sapho; Offenbach: ‘Elle a fui, la tourterelle’ uit Les contes d’Hoffmann; Verdi: ‘E strano… Ah! Fors ‘e lui…. Sempre libera’ uit La traviata; Messager: ‘Le jour sous le soleil béni’ uit Madame Chrysanthème; Lecocq: ‘O Paris gai séjour’ uit Les cent vièrges. Met het Stedelijk orkest Valencia o.l.v. Frédéric Chaslin. Sony 8887-501720-2 (55’30”). 2014

 

Het is allerminst alledaags om een nieuwe grote operaster te ontdekken, maar des te fijner als er eentje plotseling ook op cd opduikt. Zo’n snel rijzende ster is de Bulgaarse sopraan Sonya Yoncheva (1981) die zich hier presenteert met een aardig uitgezocht programma opera-aria’s die alle betrekking hebben op Parijs, al is Puccini’s Le villi daaraan de haren bijgesleept.

Overbekend en nauwelijks bekend repertoire komt tot klinken.

Dat het Frans (en Italiaans?) van de zangeres zo goed in orde zijn, komt mede doordat ze o.a. in Genève studeerde. Met haar prachtige lyrische sopraan wekt ze helaas telkens slechts kort even een totaal verschillende interessante operagestalte tot leven.

De beide aria’s van Massenet zetten meteen de toon. De beroemde aria van Salomé uit Hérodiade ‘Il est doux, i lest bon’ klinkt jeugdig, gevoelig en is heel scrupuleus afgewikkeld. Interessant is het om de aria van Chimène uit Le Cid ‘Pleurez, mes yeux’ nu eens fijnzinnig en gekweld door een wat minder forse stem te horen. Haar hoge B in de climax klinkt fraai, al koos ze voor een alternatief einde van die aria. Ook als Thaïs maakt ze op haast extatische wijze indruk in ‘C’est toi, mon pere’.

Het tragische lot van Gounod’s Sapho komt prachtig naar voren in ‘O ma lyre immortelle’ en ze blijft hier ook goed de krachtige begeleiding de baas.

Uit weer een ander vaatje wordt getapt in de aria van Antonia uit Offenbachs Les contes d’Hoffmann, ‘Elle fui, la tourterelle’, inclusief een sonore hoge A. Hierna overbekend moois van Verdi uit La traviata: ‘Ah fors è lui begint ze overpeinzend, om vervolgens vrij vlot en uit één stuk vorm geven met ‘Sempre libera’ door te gaan. Mooie coloraturen treffen telkens.

Tot de onbekendere stukken behoort ook de al even stijlvol klinkende vrolijke aria ‘O Paris, gai séjour’ uit Charles Lecocq’s operette Les cent vièrges. Zo mogelijk nog onbekender, maar daarom extra welkom is ‘Le jour sous le soleil béni’ uit Messager’s comédie lyrique Madame Chrysanthème.

Waar nodig krijgt Yoncheva een weerwoord van de verdienstelijke tenor Celso Albelo, maar meer nog heeft ze te danken aan de prachtige ondersteuning van het in operarepertoire doorknede orkest van Frédéric Chaslin.

Dit is een imposant, veelbelovend cd debuut.