CD Verzamelprogramma's

YAMADA, KAZUKI:ORKESTWERKEN VAN ROUSSEL, DEBUSSY EN POULENC

Kazuki Yamada: Roussel: Bacchus et Ariane suites nr. 1 en 2 op. 43; Debussy: Épigraphes antiques nr. 1-6 (bew. Ansermet); Poulenc: Suite Les biches FP. 36. Met het Suisse romande orkest. Pentatone PTC 5186-558 (75’55”). 2015

 

Rond de orkestbewerking die Ernest Ansermet in 1939 maakte van Debussy’s Six épigraphes antiques stelde Kazuki Yamada een interessant programma met twintigste eeuwse Franse werken samen.

De geschiedenis van Debussy’s compositie is een merkwaardige. Deze begint in 1901 met de toneelmatige vertoning van de twaalf Chansons de Bilitis voor spreekstem, 2 fluiten, 2 harpen en celesta, daarna in 1914 deels omgewerkt tot de 6 Épigraphes antiques voor piano vierhandig. Van een orkestratie door de componist is het niet meer gekomen. Gelukkig werkte Ansermet daarbij geheel in de sfeer en de stijl van de componist. Het werk is geworteld in een stel soli voor fluit, hobo en fagot met figuraties van de strijkers. Zelf nam hij het werk in 1954 nog op (Testament SBT 1324). 

Ook Yamada weet hier mooie, geserreerde kleuren binnen vrij nauwe dynamische grenzen te realiseren. 

De twee exotische balletsuites van Roussel zijn kennelijk een kolfje naar Yamada’s hand. Hij zet de motorische ritmen krachtig aan, zorgt voor opwinding en maakt van het slot bacchanaal een echte uitsmijter.

 

Met Les biches van Poulenc weet hij wat minder goed raad. De vijfdelige suite heeft minder vaart en esprit dan bijvoorbeeld dan bij Charles Dutoit (Decca 452.937-2) en Yan-Pascal Tortelier (Chandos CHAN 9023). Vooral de mazurka en het andantino stellen wat teleur.