CD Verzamelprogramma's

VASSILJEVA, TATJANA: CELLORECITAL

Vassiljeva, Tatjana: Cello recital Laureate Series. Stravinsky: Suite italienne; Britten: Cellosonate in C op. 65; Dutilleux: Strophes sur le nom de Sacher nr. 1-3; Debussy: Cellosonate in d. Met Yumiko Urabe. Naxos 8.555762 (58’26”). 2000

 

Zoals DG en EMI een debuutserie hebben voor veelbelovend aanstormend muzikaal talent, zo heeft Naxos de Laureate series waarin jonge talenten die of concoursen zijn opgevallen hun kans krijgen om fonografisch digitaal vereeuwigd te worden.

De Russische celliste Tatjana Vassiljeva, die sinds 2014 eerste celliste van het Concertgebouworkest is, behoorde tot de winnaressen van het het Adam concours in Nieuw Zeeland (1990), het Tchaikovsky Jeugdconcours in Moskou (1992), de ARD competitie )1994), het Casals concours in Kronberg (2000) en het Iziminumori concours in Osaka in 2001.

Op deze cd toont zij aan hoezeer die bekroningen verdiend waren voordat ze dat laatste concours won. Stravinsky maakte verschillende bewerkingen van delen uit Pulcinella, inclusief de Suite italienne voor zowel viool als cello. De celloversie wordt hier spontaan en in welgekozen stijl gespeeld. Zeker zo mooi en in ritmisch opzicht nog pregnanter dan door Truls Mørk en Lars Vogt (Virgin 482.067-2).

Maatgevend voor de merkwaardige, vijfdelige aan Rostropovich opgedragen Cellosonate van Britten is natuurlijk de opname van de Russische cellist met de componist aan de vleugel (Decca 421.859-2), maar intussen zijn er ook anderen die in dit werk imponeren. Daartoe behoort zeker Vassiljeva met haar zowel verfijnde als gepassioneerde voordracht, alles steeds in de juiste verhoudingen. 

Dutilleux’ Strophes sur le nom de Sacher nam de celliste een jaar later nog eens op (Accord 472.722-2). Groot is het onderlinge verschil niet. In beide gevallen speelt ze de solo zorgvuldig en zonder overdrijving, met veel zorg voor details op alle gebied.

Tot slot realiseert de celliste heel mooi het fragiele, subtiele karakter en het soepele van Debussy’s late sonate. Maar er is ook een trieste component die ze mooi weet te uiten. Alleen hier had de begeleiding van Yumiko Urabe wat fijngevoeliger mogen zijn. Maar het geheel komt dicht in de buurt bij bijvoorbeeld Queyras en Tharaud (Harmonia Mundi HMC 90.2012).