CD Verzamelprogramma's

VENTS FRANÇAIS, LES: MUSIC FOR WIND QUINTET

Vents français, Les: Music for wind quintet. Ibert: Trois pieces brèves; Ravel: Le tombeau de Couperin (bew. Mason Jones); Jolivet: Sonatine voor hobo en fagot; Milhaud: Suite La cheminée du Roi René op. 205; Taffanel: Blaaskwintet; Ligeti: Bagatellen voor blaaskwintet nr.1-6 (bew. Ligeti it Musica reservata); Zemlinsky: Humoreske: Rondo; Barber: Summer music op. 31; Veress: Sonatine voor hobo, clarinet en fagot; Hindemith: Kleine Kammermusik op. 24/2. Warner 2564-634845 (2 cd’s, 1u. 58’01”). 2011

 

Op de eerste cd van deze dubbelaar wijden Emanuel Pahud (fl), François Leleux (h), Paul Meyer (kl), Gilbert Audin (fag) en Radovan Vlatkovic (hrn) zich aan Frans repertoire.

Het orinellst van de geprogrammeerde composities is Milhauds Suite La cheminée du Roi René die in 1939 werd geschreven voor de film Calvalcade der liefde met een prachtig slot: ‘Madrigal-Nocturne’.

De bewerking die door de eerste hoornist van het Philadelphia orkest, Mason Jones, werd gemaakt van Ravels Le tombeau de Couperin houdt letterlijk en figuurlijk het midden tussen de piano- en de orkestversie, doet het dus heel goed als blaaskwintet.

Zowel de heel melodieuze, van lentegevoel doortrokken Trois pieces brèves van Ibert uit 1930 als de Sonatine van André Jolivet (1905-1974) uit 1963 als het lyrisch innemde blaaskwintet van Paul Taffanel (1844-1908) uit 1876 blijken zeer de moeite waard en het is goed om ze nu eens goed te beluisteren.

De Sonatine van André Jolivet (1905-1974) uit 1963 blijkt een ander juweeltje te zijn met zijn frivole ‘Ouverture’ en zijn springerige dansachtige ‘Ostinato’ die een serieus ‘Récitatif’ omlijsten.

Op de tweede cd komen we een vijftal componisten tegen.

Ligeti bewerkte in 1953 zijn zes Bagatellen voor blaaskwintet nr.1-6 vanuit de elf pianostukken Musica ricercata, uitdagende, maar in deze gedaante heel toegankelijke stukken. Achteraf is het onbegrijpelijk dat het laatste deeltje, ‘Capriccioso’ in Hongarije in de ban werd gedaan omdat het zo dissonant en chromatisch is.

Bondig is Zemlinsky in zijn korte Mahleriaanse Humoreske: Rondo uit 1939. Bekender en geliefder is Barbers 12 minuten durende Summer music uit 1956 

De in Zwitserland geboren en ooit door Heinz Holliger gepropageerde Hongaar Sándor Veress (1907-1992) is niet vertegenwoordigd met een kwintet, mar het een driedelige Sonatine voor hobo, klarinet en fagot. Goedaardige muziek ook.

Het laatste werk is Hindemiths Kleine Kammermusik nr. 2 (van de acht) uit 1922/7 Mooi gewrocht en kostelijk.

Hoe verschillend geaard ook, de vijf leden van Les Vents français geven al deze werken precies wat deze nodig hebben: er wordt homogeen op hoog niveau gemusiceerd zoals men van een dergelijk eminent gezelschap mag verwachten: fris, spontaan en geëngageerd. De opnamemensen zorgden voor een helder, evenwichtig geluid.

Opnieuw de klacht dat zeker de tweede cd met 51’00” speelduur wat weinig waar voor zijn geld biedt. Daar had bijvoorbeeld best nog iets van Malcolm Arnold bij gekund.