CD Verzamelprogramma's

VROEGE ELEKTRONISCHE MUZIEK UIT STUDIO KEULEN

Vroege elektronische muziek uit de WDR Studio Keulen, deel 6. Eimert: ‘Klang im unbegrenztem Raum’; Études voor tape nr. 1 en 2, ‘Klangstudien’, ‘Glockenspiel’; Goeyvaerts: ’Kompositionen’ nr. 5, 7; Gredinger: ‘Formanten’ nr. 1 en 2; Koenig: ‘Klangfiguren’ nr. 1; Pousseur: ‘Seismogramme’ nr. 1 en 2; Hambraeus: ‘Doppelrohr’ nr. 2; Evangelisti: ‘Incontri di fasce sonore’; Ligeti: ‘Glissandi’, ‘Artikulation’; Klebe: ‘Interferenzen’; Brün: “Anepigraphe’. BV Haast 9106 (71’08”). 1991
 
We schrijven 1956 en de eerste lp met puur elektronische muziek verscheen op een 25cm lp van DG. Deze bevatte ‘Gesang der Jünglinge’ van Karlheinz Stockhausen. Een werk gebaseerd op een lofzang uit het bijbelboek ‘Daniël’ dat voor het eerst in de studio klonk, weergegeven via vijf luidsprekers. In het vrij religieuze werk zijn elektronische klanken gecombineerd met opnamen van een jongensstem. Die opname is nog op cd verkrijgbaar (Stockhausen Verlag 3).
Op zijn minst toonde Stockhausen aan dat het gebruik van elektronica een heel goede rol kon spelen in de klassieke muziek. In dezelfde tijd experimenteerde Henk Badings met elektronische muziek in de ELA studio van Philips in Eindhoven en werd dat in eerder onderzoekende vorm gedaan in het aan de Universiteit Utrecht verbonden Instituut voor Sonologie dat later in het Koninklijk Conservatorium een nieuwe basis vond. Koenig was daaraan in de Utrechtse tijd en later bij de Stichting Gaudeamus verbonden.
Deze cd werpt een licht op het pionierswerk dat de Duitsers Herbert Eimert (1897 - 1972), Paul Gredinger (1927 -2013), Gottfried Michael Koenig (1926 -  ?), Giselher Klebe (1925 - 2009) en Herbert Brün (1918 - 2000), de Belgen Karel Goeyvaerts (1923 - 1993) en Henri Pousseur (1929 -  2009), de Zweed Bengt Hambraeus (1928 - 2000), de Italiaan Franco Evangelisti (1926 - 1980) en de Hongaar György Ligeti, (1923 - 2006) daar verrichtten.
Zij - intussen allen overleden - hadden het gevoel dat de elektronische muziek als genre een grote toekomst tegemoet ging, maar zouden als ze nu de stand van zaken konden overzien, best teleurgesteld zijn.
Zeker, er wordt nog steeds allerlei, meest nieuwere elektronica toegepast door een stel componisten, maar de hoeveelheid waarin is nogal beperkt  en het ziet er niet naar uit dat hier snel een grote verandering in plaatsvindt. Misschien hechten we toch nog steeds aan door mensen met hun stem en de gebruikelijke instrumenten voortgebrachte muziek.