Visions fugitives. Britten: Les illuminations op. 18; Now sleeps the crimson petal Prokofiev: Visions fugitives op. 22 (orkestratie voor strijkorkest Rudolf Barshai). Benjamin Hulett (t), Bob Stoel (h) en Ensemble 440Hz, concertmeester Charlotte Potgieter. Saprane S 62604 (46’31”) 2008
Tijdens het Gergiev Festival 2008 wikkelde het Ensemble 440Hz, bestaande uit leden van de strijkersectie van het Rotterdams Filharmonisch, bovenstaand programma 6 september af dat keurig ‘live’ maar zonder stoorgeluiden of applaus werd opgenomen in de Jurriaanse zaal van De Doelen. Het lijkt zo meer een zorgvuldige studio registratie dan een met compromissen omgeven zaalreportage.
Het programma is heel interessant. Brittens Les Illuminations uit 1939 is een cyclus bestaande uit acht indirect erotische gedichten van Rimbaud voor tenor, hoorn en strijkorkest (met Peter Pears in het achterhoofd) voorafgegaan door een fanfare. Muziek die in het beste geval een hallucinerende wereld oproept waarin een moderne stad bestaat naast een weelderig beeld van Pan. Dat gebeurt op een heel straffe. Economische manier. In 1966 vestigde de opname van Pears en Britten zelf (Decca 436.395-2) een soort gouden standaard wat dit werk betreft. Later volgde Bostridge (Hyperion CDA 66823) en in dit spoor begeeft zich hier de voortreffelijke jonge Engelse tenor Benjamin Hulett nu ook. Hij laat vooral ook de ironie en de fantasie van de liederen alle ruimte
Later bleek trouwens dat ook een sopraan hier heel goed op haar plaats kan zijn, zoals Barbara Hendricks aantoonde (EMI 555.053-2), Britten had namelijk oorspronkelijk de sopraan Sophie Weiss hiervoor in gedachten.
Grappig en interessant, dat ‘Now sleeps the crimson petal’ als toegift het programma beëindigt: hier gaat het om een lied op tekst van Tennyson dat Britten ten slotte schrapte uit zijn Serenade voor tenor, hoorn en orkest op. 31 en dat zelfstandig voortleeft. Prégardien is zover na te gaan de enige die er ooit eerder een opname van maakte (BIS CD 540).
Van de 20 Visions fugitives voor piano uit 1915/7 orkestreerde Barshai er 15 voor strijkorkest waardoor ze aan kleur winnen. Het is mooi in overeenstemming met het citaat uit Konstantin Balmont’s gedicht ‘Ik ken geen wijsheid’ met de zin: ‘In elke vluchtige droomblik zie ik hele werelden. Ze veranderen voortdurend, flitsend in speelde kleuren van de regenboog’. Het wisselende karakter – nu eens grotesk, dan weer bezwerend of mystiek of juist agressief assertief - wordt hier telkens fraai getroffen. Leg deze opname naast een pianoversie, bijvoorbeeld van Richter (Philips 438.627-2) om dat waar te nemen.