Norie Takahashi en Björn Lehmann: Transcriptions and beyond. Stravinsky: Concert voor 2 piano’s; Le sacre du printemps; Nancarrow: Sonatine (bew. Mikhashoff); Herrmann: Hausmusik. Audite AUDITE 97.708 (70’44”). 2012
We zijn geneigd om ondanks de vele confrontaties met dit werk Stravinsky’s Sacre nog te beschouwen als een orkestrale tour de force. Maar daarom is het goed te beseffen dat de eigen versie voor piano vierhandig van de componist al in 1913 werd gepubliceerd, acht jaar voordat de orkestversie in druk verscheen als ondersteuning van het in te studeren ballet.
Men kan zelfs redeneren dat het verlies aan kleur door de beide piano’s wordt gecompenseerd door de beter bloot gelegde complexe harmonische structuur en zaken die anders in de orkestrale overdaad verdwijnen.
Het hier nog onbekende jonge Japans/Duitse vrouw/man pianoduo verrast met een passend brutale realisatie waarin de mono-ritmische ontladingen fel in stile barbaro aankomen, de architectuur van het werk mooi wordt opengelegd en de contrasten aan scherpte hebben gewonnen. De aard van het archaïsche lente offer komt fraai uit.
Het neoklassieke Concert heeft natuurlijk een volkomen ander karakter, wat hier uitstekend in acht is genomen.
Conlon Nancarrow werd vooral bekend met zijn werken voor player piano (pianola). Ontevreden over de manier waarop zijn sonatine op één piano meestal klonk, arrangeerde hij deze voor pianola. Maar Yvar Mikashoff arrangeerde het stuk opnieuw, nu voor twee piano’s. Zeer tot genoegen van de componist die als hij de onderhavige vertolking nog had kunnen horen zeker erg verguld zou zijn geweest.
De Duitse componist Arnulf Herrmann (1968) componeerde zijn Hausmusik in 2010 en keert daarin de relatie tussen origineel en bewerking om. Het kleurige en ritmisch levendige werk begint met een aanpassing van een ensemblestuk en eindigt met een oorspronkelijk gecomponeerd gedeelte waarvan hij later een ensemblestuk maakte.
Het samenspel van dit duo is tot in de puntjes verzorgd, de pianotechniek kent bij geen van beide leemten en wat verder opvalt is het steeds animerende ritmische profiel van de realisaties.