Ireen Thomas: Herfstbloei van de luit. Daube: Luitsonates in F, e en A; Seidel: Menuetten in g, G en C; Straube: Sonate nr. 11 in G. ITH IV 1 (59’43”). 2000
Wie op Wikipedia het woord luitenist intoetst krijgt een baaierd aan gegeven over historie, instrument, componisten, luitenisten over zich heen. Grappig genoeg ontbreken daarin de Duitstalige componisten Johann Friedrich Daube (1730-1797), Rudolf Straube (1717-ca. 1780) en Ferdinand Seidel (1705 - ?), ruwweg mensen uit de tijd van Haydn en Mozart waarmee meteen ongeveer hun idioom en muziekstijl is bepaald.
Met haar barokluit zorgt Ireen Thomas met haar programma, bestaande uit sonates en menuetten voor een afwisselend programma van waarschijnlijk cd premières voor een welkome pioniersdaad, ook al omdat de commercie weinig belangstelling zal toen voor dergelijk repertoire en ze deze cd moedig in eigen beheer uitgaf.
De tijd van bekende buitenlandse luitenisten als Hopkinson Smith en Rolf Lislevana is voorbij en ook Julian Bream die vaak de luit ter hand nam naast zijn gitaar is langzamerhand in de vergetelheid geraakt.
Helder, gevoelig, met enige passende ingetogenheid draagt Ireen Thomas, spelend op een kopie van een – heel passend! - Duitse barokluit naar Hoffman deze weken waarover ze zelf een Nederlands/Engelse tekst bijvoegde voor. De opname klinkt helder en intiem. Alle lof voor het initiatief waarmee dit moois is ontsloten.