Safri duo: Goldrush. Mendelssohn: Prelude en fuga in f op. 35/5; Chopin: Impromptu nr. 4 in cis op. 66; Étude in cis op. 10/4; Ravel: Alborada del gracioso; Nørgård: Well-tempered Bach (Preludes in cis BWV 848, in C BWV 846, in Fis BWV 858 en in d BWV 851); Barfoed: Safricana; Wallin. Twine; Ter Veldhuis: Goldrush. Chandos CHAN 9482 (74’33’). 1996
Nørgård: Bach to the future; Reich: Nagoya marimbas; Music for pieces of wood; Siegel: 42nd Street rondo; Ter Veldhuis: Concert voor slagwerk en orkest Goldrush concerto. Safri duo met het Deens nationaal omroeporkest o.l.v. Thomas Dausgaard. Chandos CHAN 9645 (71’04”). 1997
Het uit Uffe Savery en Morten Fiis bestaande Deense slagwerkduo Safri werd in 1988 opgericht en boude langzamerhand een internationale carrière op. Behalve een gering aantal voor het duo bestemde en geschreven composities, is het aangewezen op bewerkingen. Van Per Nørgård is bekend dat hij een grote Bachbewonderaar is sinds hij als kind Bachs ‘Schafe können sicher weiden’ hoorde. Dat leidde onder meer tot de bewerking van een drietal préludes uit Bachs Wohltemperierte Clavier.
Het vaardige Safri duo lijkt voor geen enkele uitdaging terug te deinzen. Dus ook niet voor de ritmische complexiteit van sommige werken op deze cd die met een haast ongelooflijke vaardigheid en nauwkeurigheid worden uitgevoerd. Goed dat de muziek hier zo herhaalbaar is om dat als luisteraar te leren doorgronden; muziek die in twee snelheden bestaat bij Bach in Bach to future uit 1996 waaraan van alles te pas komt tot de Gulden Snede aa toe.
Een heel andere wereld opent zich in Steve Reichs Nagoya marimba’s uit 1994, namelijk de wereld van de Congolese pygmeeën. Die hebben niets met het Japanse Nagoya te maken, maar die titel heeft het de opdracht voor het stuk te maken. Interessanter (belangrijker?) is Pieces of wood uit 1973 vol aanzwellende en dan weer wegstervende ritmische patronen voor woodblocks.
Daarna vliegt het door veel afwisselende herhalingen voor beide spelers gekenmerkte 42nd Street van Wayne Siegel in vijf minuten langs. De bewerkingen van Chopin, Mendelssohn en Ravel zijn knap en interessant, maar lijken minder urgent.
Safricana van Søren Barfoed heeft vier delen: ‘Dawn, Mass dance, Drought, Dancers to the night – Reminiscence – Finale’. Meer Afrikaans getint referentiemateriaal in levendige en geschakeerde vorm.
Meer inhoud heeft het op Goldrush uit 1995, 12’46” lang, gebaseerde. Jacob ter Veldhuis, ofwel Jacob TV. Dat is eigenlijk het beste, meest substantiële en originele werk op deze uitgave.
Maar het wordt nog beter in de een half uur durende Goldrush concerto vorm die een jaar later ontstond. Daar is het verrijkt met een orkest en met geluidsfragmenten uit films over de Amerikaanse Goldrush, zoals The treasure of the Sierra Madre en Humphrey Bogart die dreigt iemands hoofd in te slaan.
Tegelijk lichtelijk neurotisch en grappig van aard. Muziek duidelijk uitnodigt om zelf primitief naar beste vermogen mee te gaan tikken en stampen.
Niets dan lof voor de fantastische vertolkingen en de keurige opnamen.