Frederieke Saeijs: Vioolsonates. Ravel: Vioolsonate in G (1927); Respighi: Vioolsonate in b P.110; Granados: Vioolsonate Movimento de sonate. Met Maurice Lammerts van Bueren. Naxos 8.572093 (57’25”). 2006
Nadat Frederieke Saeijs in 2005 de eerste prijs had gewonnen bij het vioolconcours tijdens het Parijse Marguerite Long – Jacques Thibaud concours stond de muziekwereld voor haar open en kreeg ze eerste mogelijkheden om professionele opnamen te maken. Dit moet daarvan een der eerste zijn; het is in ieder geval een imposant debuut met drie niet overbekende, maar wel heel aantrekkelijke twintigste eeuwse vioolsonates.
De bijzondere relatie van viool en piano wordt in de sonate van Ravel prachtig tot in het detail subtiel uitgewerkt. Hooguit het blues deel had wat karakteristieker mogen zijn (vergelijk Grumiaux, Decca 468.306-2 en Repin, Erato 0630-15110-2), maar de onstuitbare vaart van de finale is weer meeslepend.
De dialogen in de sonate van Respighi ontwikkelen zich in romantische geest, net als bij Chung (SG 427.617-2), maar bezitten ook scherpte en getuigen van beheerste passie. Het samenspel is heel hecht en de Passacaglia klinkt krachtig.
Fijn dat er ook een plekje is voor de pas in 1971 in druk verschenen, ooit aan Thibaud opgedragen sonate (eigenlijk alleen een sonatedeel van 11’56”) van Granados die ook heel idiomatisch en fijnzinnig tot klinken komt.
De RABO bank zaal van het Eindhovense Frits Philips Muziekcentrum ontpopt zich als een ideale opnamelocatie. Gek hooguit, dat de cd pas drie jaar nadat de opname was gemaakt beschikbaar werd. Het komt de klank van Saeijs’ Pietro Guarneri uit 1727 ten goede.