Syrène saxofoonkwartet: Fresh, sweet & Sturdy. Haydn: Strijkkwartet nr. 31 in Es op. 20/1, H. III/31 (bew. Vrieswijk); Samama: Syrènes; Gershwin: An American in Paris (bew.Vrieswijk). Et’cetera KTC 1569 (57’04”). 2015
Femke IJlstra, Femke Steketee, Annenies Vrieswijk en Aukelien Kleinpenning mogen dan wel geen halfgodinnen met het lichaam van een vogel en het hoofd van een vrouw zijn, erg goed verleiden en bekoren hun ze met hun gezamenlijke saxofoonspel wel. Aan de echte sirenen – destijds twee of drie in getal, hier met eentje extra – ontsnapte Odysseus volgens het verhaal van Homerus slechts door de oren van zichzelf en zijn bemanning dicht te plakken en zich aan de mast te ketenen.
Dergelijke draconische maatregelen zijn dus niet nodig bij het beluisteren van deze cd. In tegendeel, het is zinvoller om de beide oren wijd open te stellen voor dit aardig samengestelde programma, waarvan de titel slaat op de achtereenvolgens gespeelde werken
Haydns eenendertigste strijkkwartet, het eerste van de zes zonkwartetten komen uit de Sturm und Drang periode van de componist toen hij ook op operagebied actief was. De vier sirenen weten haat mooier dan een strijkkwartet de lange, lyrische melodielijnen uit te spitten in het eerste deel en ze vervullen de daarvoor in aanmerking komende verdere delen met een aantrekkelijke energie.
In het tweedelige, krap een kwartier durende Syrènes heeft Leo Samama vervolgens een waarschijnlijk goedgelijkend muzikaal portret getekend van de vier dames en hun grote muzikale mogelijkheden.
Dat Gershwins vrolijke Parijse toongedicht voor An American in Paris zich goed voor een bewerking als saxofoonkwartet leent, blijkt duidelijk. Juist de blues melodie (in de orkestversie gespeeld door gestopte trompetten en saxofoons) komt nu ineens veel beter tot zijn recht. Dat de vertolking als geheel opgewekt en haast intuïtief klinkt, verhoogt de vreugde. Friszoet en stevig is ook de titel van een programma dat het Syrènekwartet in de concertzaal speelt.