Ursula Schoch: Jazzettes. Tansman: Sonatine nr.2, Sonatine transatlantique (bew. Pascal); Ravel: Vioolsonate; Groß: Jazzband; Gruenberg: Jazzettes op. 26; Copland: Ukelele serenade; Schulhoff: Vioolsonate nr. 2; Gershwin: Préludes nr. 1-3 (bew. Heifetz); Milhaud: ‘Brazileira’ uit Scaramouche op. 165b (bew. Heifetz); Debussy: ‘Le petit nègre’ (bew. Frenkel). Met Marcel Worms. Zefir ZEF 9652 (75’49”). 2017
Een aardig programma met muziek deels bewerkte uit de jaren twintig vorige eeuw toen na W.O. 1 uit de V.S. overgewaaide, door spontaniteit gekenmerkte jazzinvloeden met vitale ritmes en een rubato dat swing heeft in de Europese muziek ingang vonden en waarin de viool een grote rol speelde. Met uitzondering van Debussy die zijn pas in 1934 teruggevonden Petit nègre al in 1909 als cakewalk voor piano schreef. Het deeltje uit Milhaud’s Scaramouche (1937) is er wat met de haren bijgesleept, howel het aardig is om naast de gangbare uitvoering op twee piano’s en die met klarinet en saxofoon ook eens een vioolversie te horen.
In de hier klinkende werken ontbreekt alleen het element van de improvisatie: alles is strak genoteerd. Maar aan luchthartige energie ontbrak het in het interbellum niet.
We ontmoeten hier een stel componisten dat zich met toewijding aan dit idioom begaf. Minder bekend zijn alleen de Oostenrijker Wilhelm Groß (1894-1939) en de in Rusland geboren, naar de V.S. geëmigreerde Louis Gruenberg (1884-1964).
Na de volledige werken voor viool en piano van Pärt te hebben opgenomen (Zefir ZEF 9641) en het programma Baltic Souls met werken van Pàrt, Gaižauskas, Vasks, Eller en Māgi (Zefir ZEF 9636) beide ook met Marcel Worms, te hebben opgenomen, waagt Ursula Schoch die zowel in het Berlijns filharmonisch als in het Concertgebouworkest speelde zich met succes in de crossover wereld van klassiek en jazz waarin ze telkens weer het juiste karakter weet te treffen. Het is heel ondernemend en gevarieerd wat we te horen krijgen. Het is ook zeldzaam dat deze werken zijn gebundeld