Eva Saladin; Het Di Martinelli manuscript. Pez: Sonate voor viool en b.c. nr. 30 in g; Cailò: Sonate voor viool en b.c. nr. 3 in A; von Weissenburg: Sonate voor viool en b.c. nr. 21 in d; Schmelzer: Sonate voor viool en b.c. nr. 20 in b; Lonati: Sonate voor viool en b.c. nr. 8 in g; Cappellini: Sonate voor viool en b.c. nr. 24 in b; Goor: Sonate voor viool en b.c. nr. 10 in F; Petersen: Sonate voor viool en b.c. nr. 1 in D ’Speelstuk’. Met Johannes Keller (kl), Sebastian Wienand (kl) en Daniel Rosin (vc). Glossa GCD 922521 (69’07”). 2020

 

Het was Guillelmus-Carolus Di Martinelli (1695-1728), violist, componist en stamvader van een muzikantenfamilie die in het Belgische Diest de basis legde van de Di Martinelli muziekverzameling met in totaal vijfenzestig handschriften van laat zeventiende eeuwse Vioolconcerten en tweeëndertig Vioolsonates die in de Universiteit Leuven wordt bewaard.

Op Johann Heinrich Schmelzer (1622 - 1680) na gaat het om onbekende namen van componisten waaronder zich de Nederlander N. Goor over wie helemaal niets bekend is. Verder horen we Sonates van Johann Christoph Pez (1664 - 1716), Gian Carlo Cailò (1659 - 1722), Johann Heinrich von Weissenberg (ca. 1660 - 1733), Carlo Ambroglio Lonati (1645 - 1715), Pietro Paolo Cappellini (?) en David Petersen (ca. 1651 - 1737).

Ze komen uit de Vlaams-Nederlandse school (Petersen, Goor). de Zuid-Duitse (Pez, Schmelzer, Weissenburg) en de Italiaanse (Cailò, Lonati en Cappellini). De vier vertolkers op deze cd, met voorop de Zwitsers-Nederlandse barokvioliste Eva Saladin genoten alle hun opleiding en specialisatie aan de Schola cantorum Basiliensis en waren dus ideaal voorbereid op deze taak. Een bijzonderheid is nog dat aan continuokant soms twee klavecimbels worden gebruikt om harmonische en figuratieve aspecten beter naar voren te brengen. Verder zijn de vertolkingen om door een ringetje te halen.