Akiko Suwanai: Poème. Saint-Saëns: Introduction et rondo capriccioso op. 28; Havanaise op. 83; Lalo: Guitare; Chausson: Poème op. 25; Kreisler: Sicilienne et rondeau in de stijl van Francoeur; La précieuze in de stijl van Couperin; Berlioz: Rêverie et caprice op. 8; Ravel: Tzigane. Akiko Suwanai met het het Philharmonia orkest o.l.v. Charles Dutoit. Philips 475.6189 (68”10”). 2004
Het is wat stil geworden rond de Japanse die niet eens zolang geleden, in 1990, als jongste ooit het Moskouse Tchaikovskyconcours won. Op cd is ze verder vertegenwoordigd met de concerten van Bach, Dvorak, Mendelssohn, Sibelius, Tchaikovsky en Walton plus werkjes van Sarasate. Vooral haar Dvorak/Sarasate cd (Philips 464.531-2) maakte een heel positieve indruk, mee dank zij de begeleiding van Iván Fischers Boedapesters. Met Bach overtuigde ze minder.. De concurrentie onder jonge violistes is langzamerhand ook moordend. Maar ook deze verzamelschijf met typisch concoursrepertoire is een prachtige staalkaart van haar fijnzinnige spel enerzijds en de virtuoze flair anderzijds waarmee ze speelt. Het aangename is dat ze daarbij nooit zelfbewust klinkt: alles staat in dienst van de muziek met zijn overheersend romantische karakter. Ze heeft heel eigen, passende opvattingen, gebruikt een gedurfd dynamisch en kleurbereik en fascineert in stuk na stuk door het ook steeds het gewenste eigen karakter te geven. Ze beschikt over de ideale kwaliteiten om een ideale kunstenares te zijn voor opnamedoeleinden. Hopelijk wordt ze niet vergeten nu het label Philips op sterven na dood is. Een aanrader dus!