CD Verzamelprogramma's

SCHOLTES, LESTARI & JANSSENS, GWYLIM

Lestari Scholtes & Gwylim Janssens: Rachmaninov: 6 Duetten op. 11; Debussy: En blanc et noir; Ravel: La valse.

Quattro live QL 2010-02 (54’18”). 2010

 

Om als jong talent een goed, liefst blijvend plaatsje op de nationale en liefst als vervolg ook op de internationale podia en – zeker zo belangrijk nog – in de aandacht van het publiek te krijgen, valt bij veel aandrang en rivaliteit niet mee. Het winnen van wat concoursen, het maken van wat radio-optredens, de hulp van mecenaat alleen zijn daarvoor vaak niet genoeg.

Eén van de meest steile te bewandelen wegen in ons land is via het themakanaal Jong Klassiek van Radio 4. Wie daarin sdinds 2008/9 als winnaar in een bepaald tijdsbestek eindigt in het Vriendenkrans Concours dat is gebundeld met Het Debuut kan een studiebeurs en de mogelijkheid van een tournee langs de Nederlandse podia winnen.

Aan deze hordeloop nam het jonge Utrechtse pianoduo Lestari Scholtes en Gwylim Janssens met succes deel en eindigde als winnaar met de titel Radio 4 Talent van het jaar.

Het mooie en belangrijke is dat deze prestatie niet verdampt en alleen in het geheugen van de concertgangers en radioluisteraars achterblijft, doch wordt bestendigd via een eindeloos herhaalbare cd van wat kan worden beschouwd als een volwaardig half recital. Waarmee we aan de gespeelde werken en hun vertolking toekomen.

Dat Rachmaninovs op 21-jarige leeftijd geschreven 6 Duetten of Morceaux op. 11 uit 1894 aan het begin staan, is daarom zo welkom omdat ze een tamelijk Assepoester bestaan leiden. De zes substantiële, maar van enigszins oppervlakkige delen, bedoeld voor amateurpianisten ademen deels een typisch wat globaal melancholiek Slavische-, deels een Westerse danssfeer. Deel na deel wordt het karakter van deze duetten met veel gevoel voor karakter en wisselende sfeer raak getroffen. Homogeniteit van opvatting, duidelijk uitgewerkte stemmen vormen de basis.

Debussy en Ravel worden vervolgens gespeeld met een mooi herkenbare Franse helderheid en verve. Scholtes en Janssens maken de luisteraar bewust met de buitengewone natuurkrachten die Debussy in zijn laatste jaren in hun greep hadden. Geconfronteerd met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en de mogelijke vernietiging van zijn geliefde Frankrijk en zijn eigen terminale ziekte schreef hij het wilde droomlandschap En blanc et noir dat iets van zijn meest bijzondere, originele en verrassende uitingen biedt. In deze uitvoering klinkt bravoure door, maar het gaat ook om verfijning, gevoeligheid en scrupuleuze precisie. Die zijn hier gewaarborgd.

In Ravels La valse wordt de wereld van een exuberante nachtmerrie opgeroepen en ook hier weer moeten we bewondering hebben voor de geconcentreerde scherpzinnigheid en verve waarmee de pianisten ze deze verontrustende status tot leven weten te wekken, een status waarin alle evenwicht verloren gaat en als blijvende impressie overblijft dat hier de ‘ceremonie van de onschuld’ verloren gaat na een vooraankondiging met laag gerommel en een angstige hartenklop in de bassen. De heftigheid neemt geleidelijk toe en culmineert in een gewelddadige vernieling van het essentiële ‘1-2-3’ ritme van de door Ravel in principe bewonderde Weense wals. Knap gedaan hier.

Of er interessante alternatieven zijn? Voor Rachmaninov zijn dat bijvoorbeeld John Ogdon en Brenda Lucas (EMI 569.386-2) en deels Vladimir plus Vovka Ashkenazy (Decca 470.291-2), maar vooral Martha Argerich en Lilya Zilberstein (EMI 562.970-2, 2 cd’s), voor Debussy Katia en Marielle Labèque (Philips 454.471-2), en voor Ravel Martha Argerich en Alexandre Rabinovitch (Teldec 4509-96435-2), Louis Lortie en Hélène Mercier (Chandos CHAN 8905), of Jean-Philippe Collard en Michel Béroff (EMI 586.510-2). Concurrentie die nauwelijks hoeft worden geducht blijkt uit de mooi natuurlijk klinkende opname.