CD Verzamelprogramma's

STOLZ QUARTET: DUTCH MASTERS

Stolz quartet: Dutch Masters. Ravel: Le tombeau de Couperin; Zuidam: A love unsung; De Vries: Haiku’s; Einarson: Desiring machines; Scriabin: Preludes op. 33 nr. 1-4; Verbey: Preludes to infinity nr. 1-4; Liszt: ‘Jesu begegnet seiner heiligen Mutter’ uit Via crucis. Challenge CC 72633 (  ). 2013

 

Avontuurlijkheid kan deze nieuwe cd van het Stolz kwartet weer niet worden ontzegd. Dat begint ermee dat de aan het ASKO/Schönberg ensemble leden flexibel zijn in de keuzebepaling van de bezetting. De positie van de primarius van het gangbare strijkkwartet is hier heel overtuigend ingenomen door hoboïste Marieke Schut en verder werken mee Jellantsje de Vries (v), Liesbeth Steffens (va) en Doris Hochscheid (vc). 

Een tweede avontuur is het om Ravels Le tombeau de Couperin nu eens niet als pianowerk of orkestwerk, maar in deze kamermuzikale bezetting te horen in een helder gekleurde tussenvorm dus. Ook de Preludes van Scriabin uit 1903 zijn op deze manier fleurig aangekleed. Tot dat doel zijn deze stukken bewerkt door respectievelijk Robert Zuidam en Theo Verbey.

De rest van het programma moet de titel Dutch Masters inhoud geven. Dat gebeurt aan de hand van een gedeelte uit een groter werk van Zuidam dat het verdient in zijn geheel gehoord te worden en wat aardige stijloefeningen van Verbey. Alles onmiddellijk toegankelijke stof. Pas bij Einar Torfi Einarson betreden we een echt geavanceerd idioom waaraan het mogelijk even wennen is. 

In de vrij introverte Haikus van Klaas de Vries voegt de stem van Gerrie de Vries zich bij het kwartet. Het brokje uit Liszts Via crucis is als bonus toegevoegd. Reinbert de Leeuw, die het complete werk tweemaal opnam – de ene keer met het Nederlands kamerkoor op Philips 416.649-2 en een andere keer als pianosolo op Et’cetera KTC 1458 – maakte er een fraaie eigen tussenvorm van.

Alle waardering voor het initiatief, de uitwerking en de realisatie interpretatief en opnametechnisch.