Lestari Scholtes & Gwylim Janssens: Paris! Stravinsky: 4 delen uit Petroesjka; Debussy: Petite suite; Ravel: Rapsodie espagnole. Et’cetera KTC 1497 (63’45”). 2013
Om de gedachte dat Parijs rond de eeuwwisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw de Europese hoofdstad was te adstrueren, voert het pianoduo Scholtes & Janssens op een verse cd Debussy’s Petite suite uit 1889, Ravels Rapsodie espagnole uit 1907 en de vierhandige eigen pianoreductie van Stravinsky’s Petroesjka uit 1911 (1947) als krachtige bewijsmiddelen aan.
Als uitgangspunt dient de kostelijke, originele Petite suite van Debussy (die bekender werd in Bussers elegante orkesttranscriptie). Goed om hier het fijnzinnig en vrij intiem gespeelde origineel te horen. De concurrentie van Stephen Coombs en Christopher Scott (Hyperion CDH 55024) hoeft niet te worden gevreesd.
In Ravels Rapsodie espagnole tonen beide pianisten aan over een breed gamma aan kleuren en nuancen te beschikken; de Iberische sfeer is goed geproefd en men kan er zelf een alternatieve orkestratie naast die van de componist bij fantaseren. Het voltrekt zich globaal op hetzelfde niveau als bij Louis Lortie en Hélène Mercier (Chandos CHAN 8905) wat lof genoeg inhoudt.
Maar het eerste stuk van dit programma, de vier delen uit Petroesjka eisen haast de meeste aandacht. Behalve de orkestversies uit 1911 en 1947 van de balletmuziek zijn daar tal van bewerkingen, meest van de componist zelf, van in omloop. Het bekendst is de vorm van drie delen uit 1921 (Russische dans, Petroesjka’s kamer, de vastenavondmarkt). Van de vele opnamen daarvan is het vooral die van Pollini (DG 447.431-2) die erg markant in de herinnering blijft en een onbekendere (1911) van Leonid Brumberg (Aricord CDA 19011) en zelfs eentje voor 2 accordeons van James Crabb en Geir Draugsvoll (EMI 569.705-2) plus eentje voor orgel van Jean Guillou (Dorian DOR 9011).
Maar er is verwarrend veel meer: een versie voor piano en orkest met Peter Donohoe en Simon Rattle (EMI 749.053-2), een eigen versie van drie delen door Victor Brabin met Christian Ivaldi en Noël Lee (Arion ARN 68041).
Vrij onbekend bleef echter de hier uitgevoerde piano vierhandige versie die bestaat uit de delen ‘De vastenavondmarkt’, ‘Petroesjka’s kamer’, ‘De kamer van de moor’ en ‘De vastenavondmarkt ‘avonds’. Wat we hier van Scholtes en Janssens horen, is een lekker assertieve, elektriserende, nu eens speels, dan weer dreigend klinkende interpretatie van grote virtuositeit en met kraakhelder, precies spel. Exact wat het stuk nodig heeft.
Wie daaraan behoefte heeft, kan het resultaat nog eens vergelijken met dat van Dominique Morel en Douglas Nemish (Analekta FL 23046) of van Anthony Goldstone en Caroline Clemmow (Amphion PHICD 125), maar beter kan men zich die moeite besparen en gewoon genieten van deze fijne Nederlandse cd. De volgende – met Rachmaninovs 6 Duetten, Debussy’s En blanc et noir en Ravels La valse - staat alweer op stapel.