Andreas Scholl: Wanderer. Brahms: ‘In stiller Nacht, zur ersten Wacht’ WoO 33/42; ‘Es ging ein Maidlein zarte’ WoO. 33/21; ‘Mein Mädel hat einen Rosenmund’ WoO. 33/25; ‘All mein Gedanken’ WoO. 33/30; ‘Da unten im Tale’ WoO. 33/6; ‘Wiegenled’ op. 49/4; Intermezzo in A op. 118/2; Haydn: ‘The wanderer’ H. XXVIa/32; ‘Recollection’ H. XXVIa/26; ‘Despair’ H. XXVIa/28; Mozart: ‘Das Veilchen’ KV 476; ‘Abendempfindung an Laura’ KV. 523; Rondo in F KV 494; ‘Ridente la calma’ KV 152; Schubert: Wals in b D. 145/6; ‘Im Haine’ D. 738; ‘Abendstern’ D. 806; ‘An Mignon’ D. 161; ‘Der Tod und das Mädchen’ D. 531’ ‘Der Jüngling auf dem Hügel’ D. 702; ‘Ave Maria’ D. 839; ‘Du bist die Ruh’ D. 776; ‘Ave Maria’ D. 839. Met Tamar Halperin. Decca 478.50403 (64’08”). 2012
In liedtermen associërend met de titel Wanderer, komen allerlei componisten en titels naar voren: Schuberts Der Wanderer (2x), ook getoonzet door Hernant en Schumann), zijn Der Wanderer an den Mond, het grote pianowerk Wanderer-Fantasie daargelaten, Wandrer’s Nachtlied (ook van Meyer, Hiller en Loewe), Schumanns Der Wanderer in der Sägemühle, Wanderer’s song van Delius, Kreuzer’s 9 Wanderlieder, Mendelssohs Der Wandersmann, R. Strauss’ Wanderers Sturmlied en heel in de verte Mahlers Lieder eines fahrenden Gesellen.
Merkwaardig genoeg staat niets daarvan op deze cd waarop het begrip trekker, zwerver, toerist op voetreis wel erg ruim is opgevat. Deze onderneming, dit programma hebben wel meer merkwaardige kanten. Een in barokmuziek gespecialiseerde countertenor die zich op het gebied van voor andere stemtypes (m/v) bedoelde terrein van het romantisch getinte liederenrepertoire begeeft.
Maar Scholl schuwt dit avontuur niet en is heel gemotiveerd, gedreven door een streven naar eenvoud en oprechtheid, zoals hij het hier zelf formuleert. Hierboven zijn de uitgevoerde nummers op componist gerangschikt, op de cd is het programma veel afwisselender en horen we Haydn, Mozart, Schubert in Brahms tussendoor nog wat pianosolo intermezzi.
Als niet geboren en getogen, gespecialiseerde liedvertolker moet Scholl het meer van een onnadrukkelijke sfeeropbouw dan van een verhaaltje vertellen hebben. Dat laatste lukt hem heel goed binnen het bestek van de korte tijd die de meestal strofische liederen bieden.
De opname bevoordeelt hem wel erg sterk of anders gezegd: in de liederen klinkt de piano duidelijk te zacht. In de pianobijdragen en de begeleidingen toont Tamar Halperin dat ze een invoelende pianiste met gevoel voor de juiste stijl is. Op haar best is ze in het Intermezzo van Brahms.
Dat al met al een ongewoon, hoogst interessant recital tot stand kwam, hoeft nauwelijks nader betoog. Alleen al de selectie uit Brahms’ zelden gehoorde 49 Deutsche Volkslieder, die vreemd genoeg nog nooit compleet zijn opgenomen, is haast de moeite waard.