Sokolov, Grigory: Beethoven: Pianosonates nr. 9 in E op. 14/1, 10 in G op. 14/2, 15 in D op. 28 Pastorale; Komitas: Dansen (ged); Prokofiev: Pianosonate nr. 7 in Bes op. 83; Chopin: Mazurka’s in cis op. 63/3 en in f op. 68/4; Bach. J.S.: Preludium in e BWV 855. Medici Arts 3073888, Naïve DR 2108 AV 127 (dvd, 2u. 53’). 2002
Sokolov, Grigory: The Salzburg recital 2008. Mozart: Pianosonates nr. 2 in F KV 280 en 12 in F KV 332; Chopin: Préludes op. 24 nr. 1-24; Mazurka’s in a op. 68/2, in cis op. 63/3; Scriabin: Poèmes op. 69/1 en 2; Rameau: ‘Les sauvages’ uit Nouvelles suites; Bach, J.S.: Koraalbewerking ‘Ich ruf zu Dir, Herr Jesu Christ’ BWV 639. DG 479.434-2 (2 cd’s, 1u. 48’46”). 2008
Chopin: Préludes op. 28 nr. 1-24. Grigory Sokolov. Opus 111 OPS 30-9006 (47’13”). 1990
Bij de beroemde Russische pianistengeneraties neemt Grigory Sokolov (1950) een tussenpositie tussen Richter, Nikolajewa, Gilels, Oborin enerzijds en Pletnev, Kissin anderzijds. Ook in ander opzicht neemt hij een andere, bijzondere plaats door ons blijvend vertrouwd te houden met de zegeningen van de grote Russische pianotraditie. Ook weet hij in zijn soms wat merkwaardig samengestelde recitals bij zijn toehoorders de suggestie te wekken dat ze de gespeelde werken als nieuw horen. Dat is een grote gave voor een uitvoerend kunstenaar. Die gave is gebaseerd op een grote integriteit als kunstenaar en een gedegen techniek die maakt dat zijn spel zeker en ‘gemakkelijk’ lijkt. Sokolovs repertoire is omvangrijk.
Typisch is verder dat deze pianist regelmatig in alle landen waar het ertoe doet recitals geeft, maar een hekel heeft aan de opnamestudio. Dit betekent dat we om thuis van hem te kunnen genieten zijn aangewezen op zaalopnamen. Die zijn in pianistisch opzicht stuk voor stuk zeer de moeite waard, alleen wisselen niet alleen akoestisch – de omstandigheden waaronder ze werden gemaakt nogal.
Een unicum is Sokolov zeker, wie hem met andere pianisten wil vergelijken denkt mogelijk aan Richard Goode met wie hij ook fysiek overeenkomst vertoont.
Hoe belangrijk muzikale integriteit ook is voor Sokolov, opgelegde virtuositeit, een streven naar pure klankschoonheid, soms nuttige demonische intensiteit is hem wat vreemd. Routine lijkt bij hem nauwelijks in te sluipen. De wereld van Bach en Beethoven is hem zeer vertrouwd. Hier valt vooral zijn grote structuurbesef op.
Hooguit stilistisch hoeft men het niet altijd met Sokolov eens te zijn. De sonates van Mozart klinken misschien wat ouderwets romantisch, maar ze zijn heel helder gearticuleerd en klinken gracieus, vitaal. Prachtig ook hoe in de Préludes van Chopin elk van de 24 deeltjes een volkomen eigen expressiewereld in miniatuur wordt geschapen; wie ze apart wenst, kan terecht bij een vroegere Opus 111 uitgave. Ook voor de paar Mazurka’s geldt deze meteen sfeerbepalende kunst.
Dat Sokolov uitmunt in Russisch repertoire van Scriabin en Prokofiev behoeft nauwelijks nader betoog. Rameau klinkt passend luchtig en speels
Het voordeel van de 4 november 2002 in het Parijse Théâtre des Champ-Élysées gemaakte opname is dat men de pianist meteen ook aan het werk ziet.
Het recital in Salzburg vond 30 juli 2008 in het Festspielhaus plaats.