Ruysdael kwartet: First steps. Bruckner: Rondo voor strijkkwartet in c; Britten: Strijkkwartet in F; Puccini: Strijkkwartet in D; Grieg: Fuga voor strijkkwartet in f CW 119; Rachmaninov: Strijkkwartet nr. 1; Webern: Langsamer Satz M. 78; Schönberg: Presto in C. Cobra 0032 (67’17”). 2006

Waarschijnlijk koos het toen nog jonge, in 1996 opgerichte Ruysdael kwartet, bestaande uit Joris van Rijn, Emi Ohi Resnick (v), Gijs Kramers (va) en Jeroen den Herder (vc) voor zijn debuut opname bewust voor weinig gehoorde werken en niet voor veelgespeelde kwartetten.

Bruckner componeerde niet alleen een strijkkwintet in F en een intermezzo voor strijkkwartet, maar in 1862 ook een Rondo voor strijkkwartet.

Nauwelijks bekendere kost is daarna Brittens prille kwartet uit 1928. Velen zullen nauwelijks weten dat Puccini niet alleen Crisantemi, maar ook een drietal Fuga’s, 3 Menuetten, een Scherzo en een Strijkkwartet schreef, maar begin jaren 1880 interesseerde hij zich kortstondig voor die vorm. Opvallend is hoe de componist die zijn muzikale persoonlijkheid begon te ontwikkelen in zijn koor- en orkestwerken hier zelfs in zijn elders zo mooi melodiek wat anoniem toont.

Griegs Fuga dateert uit 1861, Rachmaninovs onvoltooide eerste kwartet uit 1889, Weberns Langsamer Satz uit 1905 Schönbergs presto uit 1897, meest composities dus uit de tweede helft van de negentiende eeuw met uitzondering van Webern en Britten.

Het Ruysdael kwartet voelt de verschillen in karakter en stijl van dit gezelschap componisten, bien étonné de se trouver ensemble, goed aan en zorgt voor warmbloedige, mooi beheerste vertolkingen.

Het Raphael kwartet (Et’cetera KTC 1050 en Globe GL 06043) waagde zich ook op dit gebied.