CD Verzamelprogramma's

RUYSDAEL KWARTET: RUSSISCHE GENERATIES I

Ruysdael kwartet: Russische generaties 1. Tchaikovsky: Strijkkwartet nr. 1 in D op. 11; Prokofiev, S.: Strijkkwartet nr. 1 in b op. 50; Prokofiev, G.: Strijkkwartet nr. 1. Cobra 0024 (67’00”). 2008

 

Het in 1996 geformeerde Ruysdael kwartet heeft langzamerhand een reputatie opgebouwd met de bijzondere thematische programmering van zijn optredens. Deze alweer uit 2008 daterende opname met de titel Russische generaties 1 had intussen wel een vervolg mogen krijgen, of is die 1 teveel beloofd? Boris Tchaikovsky (1925-1996) was geen zoon van Pjotr Il’jich. Hoe dat ook zij, het aardige initiatief laat ons wel kennismaken met Sergei Prokofievs kleinzoon Gabriel (1975) die voortkwam uit het huwelijk van Sergey’s zoon Oleg en een Engelse moeder. Achtervolgd door de krachtige schaduw van zijn grootvader wierp Gabriel zich aanvankelijk op muziek voor elektronica, schreef ‘garagemuziek’, produceerde pop- en dancemuziek, hip-hop en was d.j. Hij was in 2003 oprichter van het cd en platen label Nonclassical, maar tenslotte kroop het bloed toch waar het niet kon gaan en keerde hij in datzelfde jaar 2003 tot (quasi) ‘klassieke’ roots terug al leidde dat bijvoorbeeld wel tot een merkwaardig concert voor draaitafels en orkest dat herinnert aan de dagen van het Hoffnung Festival uit de jaren vijftig vorige eeuw met concerten voor schemerlamp en stofzuiger met orkest. Eenduidiger is echter zijn eerste strijkkwartet dat werd geschreven voor het Elysian kwartet dat het meteen in 2004 ook vastlegde (Nonclassical NONCLCD 001), gevolgd door remixes van Edwin Laljo, Bex Saga, David Schweitzer en Max Wardener.

Maar nu krijgen we dapper en zeker zo goed gespeeld de Nederlandse cd première van een vierdelig werk met minimalistisch karakter, rudimentaire melodieën, felle ritmen en dissonanten dat binnen een kwartier langs ijlt.

Meer eerst bevinden we ons in bekender vaarwater met de eerstelings kwartetten van Tchaikovsky en Sergey Prokofiev.

Het eerste kwartet van Tchaikovsky dateert uit 1871 en is een bij toerbeurt melodieus, gracieus en onstuimig werk. Het bekendst daaruit is het andante cantabile met een gepassioneerde, op volksmuziek gebaseerde melodie die het werk in allerlei arrangementen wereldberoemd maakte. Het werk begint al met een frase vol aangrijpende lyriek en het scherzo en de finale, tegelijkertijd intens en speels, geven blijk van van ritmische vindingrijkheid en vernieuwing. 

Het Ruysdael kwartet geeft een aangenaam grillige en fraai gedetailleerde verklanking van het werk; scherp, elegant en levendig met schitterend spel in dat langzame deel dat geen moment sentimenteel aandoet. Daarmee is het ensemble goed opgewassen tegen de mooiste alternatieven van bijvoorbeeld het Jerusalem kwartet (EMI 574.349-2), het Brodsky kwartet (Challenge CC 72106) en het Borodin kwartet (Teldec 4509-90422-2, Warner 2564-61774-2).

De bredere populariteit van een aantal werken van Prokofiev sr. Heeft niet geleid tot een grotere bekendheid van zijn kamermuziek. Van zijn twee strijkkwartetten is het tweede veruit het beste, waarschijnlijk omdat het tijdens W.O. II tijdens zijn verblijf in de Kaukasus werd geschreven en voorzien werd van volkslied invloeden: de bijnaam ‘Kabardisch’ is dan ook niet vreemd. Het eerste kwartet werd in 1930 in opdracht van de Amerikaanse Library of Congress is wat minder aansprekend, maar wel heel substantieel. Vooral het laatste deel is heel pakkend.

Het Ruysdael kwartet communiceert het werk met volle overtuiging en vol geloof in de kracht ervan, net als ooit eerder het Amerikaans kwartet (Olympia OCD 340) en het Aurora kwartet (Naxos 8.553136). Een uitgave waar eer mee wordt ingelegd al met al.