Birgit Ramsl: The bird of life. Laatromantische fluitschatten. Komauth: ‘Burleske’ op. 11; Weigl: ‘Oiseau de la vie’; Mittler: ‘Serenade-Caprice’; Petyrek: ‘Dansen nr. 1-3’ voor 2 fluiten; Harsanyi: ‘Stukken voor fluit en piano’ nr. 1-3; Jemnitz: Fluitsonate; Mihalovici: ‘Melodie’ voor fluit en piano; Martinu: ‘Scherzo’ voor fluit en piano; Jirak: ‘Fluitsonate op. 32. Met Karl-Heinz Schütz (fl) en Gottlieb Wallisch (piano). Naxos 8.579111 (70’08”). 2020
Misschien zijn de namen van Egon Kornath (1891 - 1959), Vally Weigl (1894 - 1982), Franz Mittler (1893 - 1970), Felix Petyrek (1892 -1951), Tibor Harsányi (1898 - 1954), Sándor Jemnitz (1890 - 1963) en Marcel Mihalovici (1898 - 1985) bekend bij de leden van de Nederlandse Fluitacademie, voor mij zijn ze nieuw.
Gemeen hebben deze meest uit Centraal Europa komende componisten een belangrijke rol speelden bij de ontwikkeling van het fluitspel. De meesten waren werkzaam in Wenen, sommigen in Parijs. Ik heb met veel waardering naar de vertolkingen van deze werken - waaronder cd premières van Mittler, Petyrek, Mihalovici en Jirák - geluisterd.
De Oostenrijkse Birgit Ramsl (eerste fluit in het Volksoperorkest) speelt de hoofdrol en krijgt alleen is de ‘Dansen’ van Petyrek hulp van haar collega Karl-Heinz Schütz. Verder speelt ze soms solo. Daarbij toont ze zich een veelzijdige musicienne die met haar partners deze werken op de beste wijze speelt. De langdurigste indruk maakte de Fluitsonate van de Praagse Karel Boleslav Jirak (1891 - 1972) op me. Ook Oostenrijks-Amerikaanse componiste en muziektherapeute Vally Weigl boeide me. Ik moet ook maar eens naar Jiraks Pianowerken gaan luisteren. Een aantal daarvan is in 1997 opgenomen door Daniel Wiesner (Panton 71.0523-2).