Conus: Vioolconcert in e; Weinberg: Vioolconcert op. 42; Arensky: Vioolconcert nr. 1 (?) in a op. 54. Sergey Ostrovsky met het Bournemouth symfonie orkest o.l.v. Thomas Sanderling. Naxos 8.572631 (64’47”). 2010
Dat er van meer Russische componisten van Tchaikovsky, Prokofief en Shostakovitch vioolconcerten bestaan, lijkt niet meer dan logisch. Maar op basis van kwaliteit en populariteit leiden ze nogal een schaduwbestaan.
Neem het Vioolconcert van Julius Conus (of Konius of Konyus) die leefde van 1869-1942 en dit concert schreef in 1898. Zijn muzikale gedachten lijken lang gemarineerd in Tchaikovsky en Rachmaninov. Vreemd genoeg schijnt dit het enige werk van hem dat enige bekendheid kreeg. Het was eerder interessant genoeg voor opnamen van David Garrett (DG 471.428-2) en Edwin Csüry (Chandos CHAN 9622). Nog eerder maakten ook Heifetz, Yablonsky en Perlman er opnamen van maar die schijnen niet meer voorhanden.
De belangstelling voor de in Polen geboren Mieczyslaw Weinberg (1919-1996) is ook in Nederland de afgelopen jaren sterk toegenomen. Hij was nogal een veelschrijver met 22 symfonieën, een handvol concerten voor verschillende instrumenten, 17 strijkkwartetten en 7 opera’s op zijn naam. Het idioom van het Vioolconcert herinnert enigszins aan Myaskovsky, Nielsen en Shostakovitch; het is een substantieel werk dat hij schreef in 1948. Er is ten minste nog één ander Vioolconcert in G op. 67 uit 1960 van hem, dat Ilya Grubert vastlegde op Naxos 8.557194). Aan melodische directheid en expressieve diepte ontbreekt het niet in de cd première van het werk dat de moeite van een nadere kennismaking best waard is.
Arensky bleef vooral bekend door zijn Tchaikovskyvariaties voor strijkorkest en zijn Pianotrio nr. 1. Zijn Vioolconcert uit 1891 is inclusief een cadens zevendelig, maar wordt in één ruk binnen 22 minuten gespeeld. Stilistisch klinkt dit oudste werk op de plaat duidelijk verder naar het verleden met zelfs herinneringen aan Mendelssohn en Bruch. Eerder toonde Ilya Gringolts dat op Hyperion CDA 67642 al aan.
Segey Ostrovsky toont zich een voortreffelijke pleitbezorger van dit drital concerten door fraai lichte brille te combineren met idiomatische gevoeligheid. Hij krijgt sympathieke steun van Sanderling en het Engelse orkest.
Zo ontstond een welkome verrijking van het repertoire.