CD Verzamelprogramma's

ROYAL WIND MUSIC: RENAISSANCE BLOKFLUITMUZIEK

 

Alla dolce ombra. Werken van Schein, Mainerio, Terzi, Gardani, Schmelzer, di Lasso, De Rore, Palestrina, De Barberiis, Cavazzoni, Marenzio, Bertali, Senfl, Newsidler, Haßler, Brade, Anoniem en Pretorius. The Royal Wind Music met Elisabeth Seitz (psalt.), Israel Golani (lt), Johanna Seitz en Gunnhildur Einarsdóttir (hrp). Lindoro MPC 0712 (57’01”). 2002

 

A noble noyse of musicke. Werken van Bull, Tallis, Redford, Allison, Mure of Rowallan, Byrd, Holborne, Coprario, Danyel, Campion, Collard en Anoniem. Christopher Field (ct), Israel Golani (lt), Matthias Havinga (org.), Johan Hofmann (virg.) en The Royal Wind Music. Lindoro MPC 0118 (63’15”). 2004

 

The flute-heaven of the Gods. Werken van Sweelinck, Dowland, Pachelbel, Adriaensen, Brade, Dowland, Van Eyck, Lunenburg, Non Papa, Morley, Haußman, Böhlen, Anoniem, Gastoldi, Philidor de oudste, Schumann, Gumpelzhaimer, Scheidt en J.S. Bach. The Royal Wind Music. Lindoro MPC 0119 (65’06”). 2009 

 

Welkom in de muzikale Renaissance. Een periode die globaal loopt van 1400-1600, maar omdat van de belangrijkste kunstvormen – architectuur, beeldende kunst, literatuur en muziek – deze laatste meestal in de ontwikkeling enigszins nahobbelt (maar vaak wel een langduriger impact heeft), houdt de Royal Wind Music de periode van 1520 tot 1640 aan.

De zelfs voor enigszins geïnformeerde leken in het oor springende namen uit de Zuid- en West-Europese muziek uit de Renaissance zijn Palestrina, Lassus, Binchois, Isaac, Obrecht, Willaert, De Monte, Gesualdo, Sweelinck, Huygens, Bull, Monteverdi Des Prez, De la Rue, Tallis, Byrd en het accent ligt vooral op vocale muziek en dan nog in hoofdzaak sacrale. Maar het belang en de ontwikkeling van de instrumentale muziek neemt gestaag toe en dat wordt hier prachtig aan de hand van 75 over de drie plaatjes verdeelde korte voorbeelden goed aangetoond.

Feest der herkenning treedt op wanneer op The flute-heaven of the Gods onverwachts Bachs ‘O Mensch, bewein’ dein’ Sünde groß’ in twee gedaanten, uit het Orgelbüchlein BWV 622 en uit de Vierstemmige koralen BWV 402, ‘Vater unser im Himmelreich’ BWV 737 en ‘Leit uns mit Deiner rechten Hand’ uit Cantate BWV 90 opduiken op Lindoro MPC 0119.

Het uit 13 leden met acht nationaliteiten samengestelde dubbelblokfluitsextet Royal Wind Music met vestiging in Nederland voegt daar nog een hele reeks half en minder bekende componisten zoals de raadselachtige Anoniem) aan toe zoals uit de opsomming van de inhoud van de drie eerste cd’s van het ensemble blijkt. 

De basis van het ensemble onder de inspirerende leiding van Paul Leenhouts ligt in het Amsterdams Conservatorium. Sinds 1997 ontplooit het zijn activiteiten en documenteert deze deels vrij systematisch op het Spaanse cd label Lindoro dat zich specialiseert in niche repertoire.

Alla dolce ombra is geheel gewijd aan Italiaanse en Oostenrijk-Duitse componisten, A noble noyse of musicke aan vocale en instrumentale werken uit Engeland en The flute-heaven of the Gods aan een meer internationaal gezelschap met het accent op de Nederlandse school. Hier is het ensemble geheel op zichzelf. De op een passend instrumentarium uit die tijd spelende (en in een geval zingende) gasten op beide andere uitgaven zorgen voor een interessante afwisseling.

Wie voor het eerst naar de Royal Wind Music luistert zal in de klank veel van het orgel herkennen. Niet zo’n wonder natuurlijk met aangeblazen pijpen. De vergelijking wordt nog begrijpelijker wanneer men naar de foto’s van het ensemble kijkt (in de rubriek Fonografie Muziek onder R) of op de eigen website. Van de imposante meer dan manshoge subcontra tot in een enkel geval een 15cm korte sopranino zijn alle formaten, dus de vele stemmen vertegenwoordigd. Klinken doen ze alle heel sonoor, homogeen en zuiver. Kundigheid blijkt uit de geheel stijlvolle bewerkingen, waar nodig worden blijken van grote virtuositeit getoond. 

De Royal Wind Music brengt fraai de constatering van Burckhardt in de praktijk, namelijk de wedergeboorte van de menselijke individualiteit in de kunst. Dat was in de muziek uit de Renaissance ook wel nodig, want in tegenstelling tot bijvoorbeeld de beeldende kunst ontbraken hier alle directe voorbeelden. Dat geldt niet alleen in het algemeen, maar ook specifiek in het geval van dit initiatiefrijke ensemble.

Wat verder opvalt, is met hoeveel zorg en stijlbesef het blokfluit consort al deze muziek uitvoert. Ook de documentatie in de beschrijvingen munt uit door volledigheid. Overal is aandacht aan besteed. Dus waardering en hulde alom. Hier zijn fraai leemten in het repertoire gevuld, witte plekken op de atlas van de renaissance muziek ingekleurd. 

Wie geboeid is geraakt door de verrichtingen van The Royal Wind music moet zeker ook gaan luisteren naar Del canto figurado met Spaanse renaissance muziek en in het voorjaar 2012 naar het nieuwe cd van het ensemble: En er mundomet een internationaal toegiftenprogramma (tot Bartóks Roemeense Volksdansen aan toe).

Zoals bij alle enthousiaste, niet aan de grote muziekindustrie gebonden musici die hun werk in het klein vastleggen, is de productie één ding, de publiciteit en de verkoop echter heel wat anders, moeilijkers. Een beetje extra positive publiciteit is dus op zijn plaats.