QNG Quartet New Generation: In vain – von der Verganglichkeit. Hahne: Dance macabre; Scheidt: Fantasia super lo son ferito lasso; Beeferman: Passages; Moravec: Mortal flesh; Bruckner: Vexilla regis; Kosviner: In a world of agitated air; J.S. Bach: Fuga a tre soggetti uit Die Kunst der Fuge. Genuin GEN 89143 (67’38”). 2008
QNG Quartet New Generation: Ethereal. Mensigh: Wicked; Serocki: Arrangements; Tomkins: Upon ut re mi fa sol la; Ferrabosco II: Hexachord fantasia; Fantasia; Pärt: Intervallo; Papalexandri-Alexandri: Still life; Mancuso: Non ti à piaciato?; Bull: Hexachord fantasia. Edition Zeitklang 4032824000399 (53’31”). 2006
Geconfronteerd met dit tweetal bijzondere cd’s komt een hele gedachtestroom op gang. Mogelijk is deze niet congruent met de werkelijkheid, maar wat zou het.
Uitgangspunt zijn vier individueel heel getalenteerde Duitse meiden (excusez), Susanne Fröhlich, Andrea Guttmann, Hannah Pape en Heide Schwarz, die aan het eind van hun blokfluitstudie aan het Amsterdamse Conservatorium wat finishing touches opdoen en vervolgens besluiten een kwartet te vormen. Het Loekie Stardust kwartet zou daarbij als voorbeeld kunnen hebben gegolden.
Hoe genereer je vervolgens bekendheid en publiciteit? Individuele pianisten en violisten staat de weg van de vele beroemde concoursen open, ensembles hebben minder opvallende keuzes en mogelijkheden, maar die zijn er wel, zij het minder opvallend.
Zo begint de succesreeks van het in 1998 gevormde QNG kwartet in 2002 met een speciale prijs van de Deutscher Musikrat en wordt deze in 2003 gevolgd door een grote prijs van het Internationale concours voor eigentijdse muziek in Krakau, een Gaudeamus prijs voor de uitvoering van den Nederlands werk en een eerste prijs in de kwartetcategorie van een concours in het Franse Illzach. In 2004 volgt de eerste prijs van de Concert Artists Guild International Competition in de V.S. en in 2006 een prijs van de Deutscher Musikwettbewerb die de uitgave van de eerste cd mogelijk maakte.
Deze gang van zaken moet de naamsbekendheid en reputatie van het viertal geen windeieren hebben gelegd. Engagementen her en der zullen zijn gevolgd. En iedereen die is geïnteresseerd – publiek, omroepen, maar ook concertagenten – heeft nu de beschikking over klinkend bewijsmateriaal.
Maar er is natuurlijk meer. Er is een brede waaier aan repertoire nodig. In de oude muziek is genoeg consort-achtige muziek beschikbaar, maar de QNG lieden zijn helemaal van deze tijd en streefden naar eenheid in verscheidenheid. Qua mogelijkheden en stijl vergde dat een enorme sprong, want na de achttiende eeuw ontstond nauwelijks meer blokfluitmuziek en al helemaal geen voor kwartet. Vandaar een beroep op eigentijdse componisten die hetzij uit enthousiasme voor het speciale blokfluit ‘apparaat’, hetzij in opdracht aan de slag gingen.
De weg van bewerkingen (van het grote areaal aan strijkkwartetten bijvoorbeeld) gingen de dames niet bij hun streven naar eenheid in verscheidenheid. Het huwelijk dat ze in hun repertoirekeuze tussen laatrenaissance, barok en hedendaags met een toefje laatromantiek van Bruckner sluiten illustreert ook meteen de geglobaliseerde wereld waarin gelukkig ook het muziekleven verkeert.
Want ga maar na: er zijn bijdragen uit Duitsland, Oostenrijk, Polen, Griekenland, Estland, Italië, Engeland, Estland, de V.S. en Zuid Afrika. Gemeen hebben deze dat ze alle een eigen aspect tonen, een eigen sfeer scheppen die dit om te beginnen heel virtuoze, maar gelukkig ook rijk genuanceerde en breed expressieve kwartetspel zo aantrekkelijk maakt.
Bij een kwartetsamenstelling verwacht men dat het steeds gaat om twee hoge stemmen, een middenstem en een lage, maar hier treden meteen al in het eerste werk van Hahne dat voor 4 sopraanfluiten is. Zo is het volgen van dit tweetal programma’s een boeiende ontdekkingsreis via een soort muzikale time machine à la Wells met korte, treffende, heel verschillende visioenen. Betere visitekaartjes zijn haast niet denkbaar.
Uiteraard is het QNG kwartet ook geheel van deze tijd met een eigen website www.quartetnewgeneration.com een eigen blog en een plekje op My Space. De tijden zijn wel veranderd sinds het Loekie Stardust kwartet in 1978 begon. Toen zorgde om te beginnen Philips nog voor de registratie, productie, distributie en publiciteit van hun werk. Later volgden Oiseau Lyre, Decca, NM Classics, Extempore, Newton tot de landing bin Channel Classics. Door de malaise in de muziekindustrie zijn die mogelijkheden nu zeer beperkt, maar wie weet krijgt het QNG viertal kansen op basis van het gepresteerde. Waard zijn de vier ondernemende in-muzikale lieden het beslist.