Olga Pashchenko: Transitions. Beethoven: Bagatellen op. 33 nr. 1-7; Pianosonate nr. 32 in c op. 111; Dussek: Pianosonate in fis op. 61, C. 211 ‘Elégie harmonique’; Mendelssohn: Variations sérieuses in d op. 54. Olga Pashchenko. Fuga Libera FUG 598 (77’05”). 2011
‘Overgangen, overgangsperiode’ is inderdaad een passende titel voor deze cd die werken van Dussek uit 1806, Beethoven uit 1822 en Mendelssohn uit 1841 bevat en die inderdaad bepaalde stilistische overgangsperiodes markeren.
De van origine Russische Olga Pashchenko die in Moskou meer dan de grondbeginselen van het pianovak in historiserende richting bij Alexander Lubimov en klaveciniste Olga Martynova leerde en naar Amsterdam kwam om bij Richard Egarr haar spel nog fijner af te stemmen, richtte zich niet alleen op de fortepiano, maar ook op het klavecimbel en orgel waar ze waarschijnlijk evenzeer de juiste weg weet te vinden.
Omdat goed gereedschap wel het halve werk heet te zijn, zocht ze voor deze opname een misschien niet direct voor de hand liggend speciaal instrument uit. Dat werd een Donat Schöfftos piano uit 1812 die ze in de verzameling oude muziekinstrumenten in het Weense Kunsthistorische museum vond. Dat instrument klinkt in de met de vereiste passie vertolkte sonate van Dussek zo verbeeldingsvol bespeeld als een ware hartenkreet.
Voor de werken van Beethoven en Mendelssohn stapte ze over op een Conrad Graf uit 1826. Daar is kennelijk grondig over nagedacht; het instrument klinkt krachtiger en heeft meer kern. Beethovens Bagatellen klinken niet te serieus en deze miniatuurtjes krijgen een krokant ritmisch profiel, zoals je dat van een fortepiano verwacht.
De lichte toets waarmee het variatiewerk van Mendelssohn wordt uitgevoerd is eveneens heel passend en het serieuze karakter komt niets tekort.
In het veeleisendste werk, Beethovens laatste pianosonate, vallen een paar kleine aarzelingen en geringe foutjes op. Daarvan is de fortepiano versie van bijvoorbeeld Ronald Brautigam (BIS SACD 1613) te verkiezen.
Maar verder de grootste waardering voor wat Pashchenko hier – in druk gesteund door heel goede toelichtingen – hier debiteert.
Van Dusseks sonate bestonden opnamen op fortepiano van Andreas Staier (Duitse Harmonia Mundi 05472-77334-2) en klavecimbel van Richard Egarr (Et’cetera KTC 1270), maar die zijn zeker niet imposanter.