Rosanne Philippens: Dedications. Kreisler: Praeludium en allegro in de stijl van Pugnani; Recitatief en scherzo-caprice op. 6; Fauré: Romance in Bes op. 28; Ysaÿe: Poème elégiaque in d op. 12; Solovioolsonate nr. 4 in e; Caprice d’après l’étude en forme de valse de Saint-Saëns; Chausson: Poème op. 25; Saint Saëns: Elégie op. 160. Met Julien Quentin. Channel Classics CCS 38515. (72’55”). 2016
Voor wie Rosanne Phiippens al kent sinds ze als groot talent opviel in het klasje van Koosje Wijzenbeeeks Fancy Fiddlers en haar Haagse conservatoriumjaren, is het niet zo verwonderlijk dat Rosanne Philippens zich thans in rustig tempo met de een na de andere bijzondere cd ontwikkelt.
In 2012 met Bachs Kunst der Fuge BWV 1080, samen met Marieke Grotenhuis (accordeon en Sietse Weijenberg (vc), (Ottavo OTR C 12096), en het programma Rhapsody (Ravel, Bartók, Hubay) met Yuri van Nieuwkerk (Channel Classics CCS SA 35013), daarna met werken van Szymanowski (Channel Classics CCA SA 36715) in 2014 Ook maakte ze een opname met Deep River van Van Nieuwkerk en Motion Games van Beyer.
Dat de violiste in haar recitals vermijdt begaande wegen te volgen is intussen bekend, dat ze steeds grondig nadenkt over originele programma’s met een verbindend thema ook. Geen wonder dat het nieuwe programma dus ook weer verrast.
In dit geval gaat het om muziek van tijdgenoten die elkaar mogelijk niet allemaal persoonlijk kenden, maar die elkaar wel bewonderden en een stuk aan elkaar opdroegen. Alleen Kreisler danst met zijn Praeludium en allegro wat uit de rij door daarin terug te gaan tot Pugnani (1731-1798). Het Poème elégiaque van Ysaÿe is opgedragen aan Fauré, de vierde solosonate aan Kreisler en het Poème van Chausson is aan Ysaÿe opgedragen. Zo zijn steeds persoonlijke onderlinge verbanden gelegd.
Hier is ze weer te horen met haar betrouwbare en inspirerende Franse pianopartner Julien Quentin met wie het samenspel eens temeer vrijwel instinctief klopt. Beide musici brengen ongeacht het karakter en de stijl van de werken een breed gamma van expressie, kleur, ritmische verscheidenheid en subtiele trekjes aan.
Dat de violiste hier voor het eerst op haar De Barere Strad (1727) speelt, zorgt voor een extra warme toon. Missie honderd procent geslaagd.
(kleine toevoeging achteraf: op de website van Jullien Quentin is vermeld dat hij op kamermuziekgebied samenwerkt(e): met Nicolas Altstädt, Emanuel Ax, Lisa Batiasvili, Gautier Capuçon, Corey Cerovsek, Martin Fröst, Sol Gabetta, David Garnett, Nelson Goerner, Ilya Gringolts, Gary Hoffman, Angelika Kirchschlager, Lawrenc Power, Dmitry Sitkovetzky, Sayaka Shoji, Kiril Troussov en István Várdal. Schande dat Rosanne in dat lijstje ontbreekt; dat lijstje is dringend aan actualiseren toe).