CD Verzamelprogramma's

PEDERSEN, GRETE: AS DREAMS

Grete Pedersen Helgerod: As dreams. Nørgård: Droomliederen; Singe die Gärten mein Herz; Lachenmann: Consolation nr. 2 ‘Wessobrunner Gebet’; Janson: Nocturne; Saariaho: Überzeugung; Nuits, adieux; Xenakis: Nuits. Noors solisten koor, Oslo Sinfonietta. BIS SACD 2139 (61’08”). 

 

Dat Zweden een grote koorcultuur heeft (Eric Ericson), net als Estland (Tönu Kaljuste) en andere Baltische staten, was bekend, maar dat ook de westhelft van Scandinavië, Noorwegen, een pracht koor herbergt, was hier minder doorgedrongen. Hier is het programma om dit op meesterlijke wijze kenbaar te maken.

Det Norske Solistkor bestaat al sinds 1950, maar wordt steeds verjongd en sinds 1990 door Grete Pedersen geleid. Het is door haar op heel grote hoogte gebracht zoals o.a, eerder met een  opname van Griegs koorliederen (BIS SACD 1661) werd aangetoond.

In dit programma gaat het om zeven vrij onbekende twintigste eeuwse stukken die zowel voor de uitvoerenden als voor de oningewijde luisteraar behoorlijk veeleisend zijn. De titel van deze geweldige opname berust op de zin ‘We are such stuff as dreams are made off; uit Shakespeare’s The tempest.

Als eerste gulden die een daalder waard is, is daar meteen de langste en fijnste bijdrage: Per Nørgårds Droomliederen waarin een jongetje over zijn toekomst droomt, eerst vredig, dan vol ambitie, maar eindigend in een nachtmerrie. Ook het op Rilke gebaseerde Singe die Gärten mein Herz is sterk en heeft betrekking op verleden, heden en toekomst.

Lachenmans experimentele bijdrage uit 1968 maakt een intussen wat verouderde indruk. Xenakis greep in een wondere klankwereld terug op oude, dode talen al het Sumerisch en Assyrisch. Daarentegen grijpt Saariaho in Nuits, adieux terug op Rimbaud en Balzac en in Uberzeugung op een Middeleeuws gegeven. De nacht, slapen en dromen vormen zo de rode draad in dit programma.

Om te ervaren welke zware eisen aan de technische eisen van deze werken worden gesteld, hoeft men alleen maar Xenakis’ Nuit grondig te volgen. Er wordt fijnzinnig, gevoelig, ingetogen, gul gezongen al naar nodig is op individueel en collectief niveau. 

Een paar koorsolisten al de sopraan Ditte Maria Bræin, de alt Astrid Sandvand Dahlen, de tenor Oystein Stensheim en de bas Olle Holmgren moeten met ere worden genoemd.