Lawrence Power: Fin de siècle. Büsser: Appassionato op. 34; Hüe: Thème varié; Hahn: Soliloque et forlane; Debussy: Beau soir (bew.); Chausson: Pièce in C op. 39; Honoré: Morceau de concert; Vierne: Stukken op. 5 nr. 1 en 2; Durosoir: Vitrail; Enescu: Concertstück; Ravel: ‘Kaddish’ uit Mélodies hébraïques (bew.). Met Simon Crawford-Phillips. Hyperion CDA 68165 (61’26”). 2015
Gelukkig ontworstelt de altviool, die lang enigszins de Assepoester was van de strijkersgroep in het orkest, zich aan die ondergeschikte rol. Meer en meer schrijven huidige componisten voor het instrument en goede altviolisten als Tabea Zimmermann, Gérard Caussé, Pinchas Zukerman, Yuri Bashmet, Nobuko Imai, Kim Kaskashian, Ernst Wallfisch, Maxim Rysanov, Barbara Westphal, Dana Zemtsov, Antoine Tamestit.
Zij alle vragen om repertoire en op deze cd is een aantal werken bijeengebracht dat rond de eeuwwisseling van de negentiende naar de twintigste in Frankrijk, of, zoals Enescu, later in Frankrijk werkzame componisten werd geschreven.
Vaak niet eens om tijdens publieke optredens mee te pronken, maar voor concours doeleinden. Vele hebben enigszins melancholieke trekken. Lawrence Power beschikt over het vermogen om melodieën naadloos aan elkaar te rijgen in zijn gestileerde spel en Crawford-Phillips begeleidt hem virtuoos.
Onder de gespeelde composities treffen we een stel ‘usual suspects’ van Debussy en Ravel aan, maar ook onbekende verrassingen van de vrijwel vergeten Léon Honnoré, Georges Hué en Henri Büsser. Tot de hoogtepunten behoren de Soliloqué en Forlane van Reynaldo Hahn en de beide Stukken van Louis Vierne. Het modernst klinkt Virail van Lucien Durosoir uit 1934, maar het fijnst is toch wel het Concertstück van Enescu uit 1906.
Ergens in het platenrek staat nog een belangrijke historische opname van Enescu’s Concertstück met Alexandre Radulescu en de componist aan de vleugel uit 1943 (Dante HPC 091/2).