Kajana Pačko: Cello and piano. Dohnányi: Cellosonate in bes op. 8; Maček: Cellosonate in a; Schumann: Adagio en allegro op. 86/2 (bew.); Brahms: ‘Wie Melodien zieht es mir’ op. 105/1 (bew.); ‘Sapphische Ode’ op. 94/4 (bew.); Wiegenlied ‘Guten Abend, gut Nacht’ op. 49/4 (bew.); ‘Liebestreu’ op. 3/1 (bew.); ‘Minnelied’ op. 71/5 (bew.). Met Danijel Detoni. Le chant de Linos CL 17134 (67’10”). 2016

Dohnányi was in zijn muziek vaak een meester van de glimlach en het grappige beginthema van zijn Cellosonate en de variaties uit de finale zijn daar treffende voorbeelden van. Het gaat om een betrekkelijk vroeg werk van hem uit 1899 dat iets van de jonge Richard Strauss heeft, Maria Kliegel maakte er al een mooie opname van (Naxos 8.55468), maar de geëngageerde Kroatische celliste Kajana Pačko doet qua temperament en virtuositeit beslist niet voor haar onder.

Vervolgens laat ze ons kennismaken met de enige Cellosonate van haar landgenoot Ivo Maček (1914-2002) uit 1965. Van hem bestaat ook een opname van de volledige pianowerken door Goran Filipec (Grand Piano GP 681) e n de kennismaking bevalt dankzij een toegewijde vertolking goed. Daarna volgt een eerste verrassing: twee delen uit Schumanns Conzertstück voor vier hoorns en orkest op. 86 (met een mooie opname van o.a. Nigel Black c.s. op DG 459.062-2) in een bewerking voor cello en piano. Een volgende verrassing vormt een zevental liederen van Brahms, nu voor een keer ‘gezongen’ door een warme, haast baritonale cello.

Is dit een interessant recital of niet? Pačko speelt heel boeiend en Detoni zorgt voor optimale begeleiding.