Erica Paganelli en Daniela Filosa: Sites auriculaires. Dufourt: L’éclair d’après Rimbaud, Vent d’automne; La fontaine de cuivre d’après Chardin;; Ravel: Introduction et allegro (bew.); Sites auriculaires; Couperin, F.: ‘La julliet’, ‘La léteville, ‘Allemande à deux’, ‘Musète de choisi’, ‘Musète de Taverni’ uit Pièces de clavecin boek 2 en 3 (bew.). Met Adam Weisman (slagw). Odradek ODRCD 370 (65’23”). 2018
Parijs is het centrum waarvandaan de muziek op deze cd met de titel ‘Het oor betreffende plek’ uitwaaiert. Het is tevens de titel van het hier opgenomen vrij onbekende, pas in 1975 gepubliceerde Sites auriculaires van Ravel uit de jaren 1895/7. Het telt twee delen, ‘Habanera’ (die in 1907 mogelijk uitgroeide tot het Pièce en forme de habanera voor viool en piano en in ieder geval werd gebruikt als derde deel van de Rapsodie espagnole en het gamelan-achtige ‘Entre cloches’.
De bewerking van Introduction et allegro, oorspronkelijk voor harp, fluit, klarinet en strijkkwartet, is een ware, maar geslaagde tour de force.
Het Italiaanse pianoduo koppelt Ravel terug naar het verleden van François Couperin met een paar van diens minder bekende klavecimbelwerken en kijkt in heden en toekomst met een paar composities van de in 1943 geboren Hugues Dufourt die in Genève studeerde en zich graag laat inspireren door andere kunstvormen. Zo werden de naar binnen gekeerde werken ‘Vent d’automne’ en ‘La fontaine’ geïnspieerd door het schilderij La fontaine de cuivre van Jean-Siméon Chardin uit 1734 dat in het Louvre hangt. Ook publiceerde hij Manifesto of the music of our times in 2011.
Slagwerker Simone Beneventi levert zijn enige bijdrage meteen in Dufourts L’éclair d’après Rimbaud dat is gebaseerd op Rimbauds Une saison en enfer en ook helse trekken heeft.
De beide Italiaanse dames, die elkaar ontmoetten tijdens hun studie in Milaan, vormen een hecht, technisch heel vaardig en goed op elkaar ingespeeld duo dat hier aantoont ver genoeg boven de soms complexe, maar steeds uitdagende materie te staan.