Franziska Pietsch: Fantastique. Fauré: Vioolsonate nr. 1 in A op. 13; Debussy: Vioolsonate in g L. 140; Ravel: Vioolsonate M. 77. Met Josu de Solaun. Audite AUDITE 97.751 (79’55”). 2019
Deze combinatie van Vioolsonates van Fauré, Debussy en Ravel kwam ik voor het eerste tegen van Arthur Grumiaux en Istvan Hajdu (Philips LP A 02264 L). Dat moet nog in de jaren vijftig zijn geweest. Van deze combinatie werken bestaan niet veel andere opnamen, Laten we hier dus eens de speciale aandacht richten op de eerst Vioolsonate van uit 1876 van Fauré. Door de frisheid en het élan van het stuk behoort het tot de geliefdste instrumentale composities van deze componist. De Sonate bestaat uit vier delen de zo nu en dan aan de tumultueuze romantiek van zijn Duitse collega’s Schumann en Mendelssohn en uiteraard van zijn leermeester Saint-Saëns; de lichtvoetigheid, de subtiele harmonische accenten, het snelle humoristische scherzo en de dromerige, zangerige vioolpartij zin echter onderdeel van Fauré’s spraakidioom.
Franziska Pietsch en Josu de Solaun brengen dat heel mooi naar voren en schitteren ook in beide andere werken. De titel van deze uitgave heeft dus niets met Berlioz’ Symfonie te maken en ook niet met zelflof, maar met de kwaliteit van de muziek.