Piau, Sandrine: Clair-obscur: Strauss Berg Zemlinsky. Zemlinsky: ‘Waldgespräch’; Strauss, R.: ‘Morgen’ op.27/4, ‘Meinem Kinde’ op. 37/3, Letzte Lieder nr. 1-4 TrV, 296, AV. 150; Malven TrV. 297, AV. 304; Berg: Frühe Lieder nr. 1-7. Met het Orchestre Victor Hugo o.l.v. Jean-François Verdier. Alpha ALPHA 727 (50’44”). 2020
Na haar opname Si j’aime (Alpha ALPHA 445) uit 2018 met Frans repertoire, vervolgt Sandrine Piau met een opname van Duitstalig repertoire waarvan ze de titel als volgt toelicht: ’Tussen licht en duisternis, mijn beste vrienden en mijn familie kennen deze bezetenheid die iemand nooit geheel verlaat. Het antagonisme tussen licht en duisternis. Het clair-obscur daartussen’. Maar ze baseert zich ook op een uitspraak van Gaston Bachelard uit 1961 over het dubbele waarin het oude sterft en het nieuwe niet kan worden geboren. In dat clair-obscur verschijnen monsters, voegde Antonio Gramsci daaraan toe.
Een nuttige vingerijzing bij het programma dat wordt gezongen, maar misschien moet men er liever geen al te grote betekenis aan hechten en zich gewoon overgeven aan prachtig, vrij licht en niet overdreven dramatisch van Sandrine Piau die de ene mooie cd na de andere maakt.
Ze neemt ons eerst mee naar een kil bos voor een gesprek in de ballade van Zemlinsky uit 1895, Daarna gaat het van de nacht uit he eerste van Bergs 7 Frühe Lieder uit 1908 naar het zonlicht uit Richard Strauss’ ’Morgen’ en de vier ‘Letzte Lieder’ uit 1948. Daarin wordt in he eerste lied de vrolijke lentesfeer opgeroepen en in het tweede de melancholieke van september. Seizoenen die volgens de zangeres in hoge mate het leven bepalen.
Behalve dat ze dit alles heel sfeervol overdraagt, wordt ze ook sympathiek begeleid door klarinettist Jean-François Verdier die het Victor Hugo Franche-Comté orkest leidt.