CD Verzamelprogramma's

PROUST: CONCERT RETROUVÉ, LE

Proust, le concert retrouvé. Hahn: ‘A Chloris’ (bew), ‘L’heure exquise’ uit Chansons gises; Schumann: ‘Des Abens’ uit Fantasiestücke op. 12; Chopin: Prélude in Des op. 28/15; Fauré: Vioolsonate in A op. 13/1, Berceuse in F op. 16; ‘Après un rêve’ in c op. 7/1 (bew), Nocturne in Des op. 63/6, Wagner: ’Isoldes Liebestod’ uit Tristan und Isolde (bew. Liszt S. 447); Couperin F.: ‘Les barricades mystérieuses’ uit Pièces de clavecin boek 2, ordre 6. Théotime Langlois de Swarte (v) en Tanguy de Willencourt (piano). Harmonia Mundi HMM 90.2508 (62’56”). 2020
 
Alsof we stiekem mee kunnen luisteren naar een kamermuziekvond die de schrijver Marcel Proust 1 juli 1907 in een zaaltje van het Parijse Ritz hotel voor vrienden had georganiseerd. Twee dagen eerder had hij aan de componist Reynaldo Hahn de eclectische aard van het programma waarin Hahn de centrale figuur is, voorgesteld. Van Chopin tot Fauré werden louter componisten met een Franse achtergrond voorgesteld.
In 2020 trachten violist Théotime Langlois de Swarte en pianist Tanguy de Willencourt de sfeer van die avond op te roepen in een recital met salonmuziek op hoog niveau en brengen ze de luisteraar ook in de sfeer van Prousts À la recherche du temps perdu en meer in het algemeen in dat van de Belle époque. Het was een vriendelijke daad jegens Gaston Calmette, de uitgever van Le Figaro die zich bereid had verklaard tot het publiceren van stukken van Proust.
De bedoeling was dat Fauré zelf ook als pianist zou optreden, maar die zegde wegend drukke besognes een paar dagen tevoren af, maar bood zijn terzijde geliefde Marguérite Hasselmans als vervangster aan voor zijn Vioolsonate. De rest van het programma werd gespeeld door pianist Edouard Risler. De tevens gespeelde Liszt bewerking van Wagners Meistersinger ouverture is om onduidelijke redenen weggelaten.
Een bijzonderheid is nog dat beide uitvoerenden instrumenten uit het Parijse Musée de la musique gebruiken. Théotime Langlois de Swarte kreeg de beschikking over een net gerestaureerde Stradivarius uit 1708 en Tanguy de Willencourt over een Érard uit 1891. Het pianoaandeel was het grootst die avond.
De bijzondere omstandigheden van destijds moeten beide uitvoerenden hebben geïnspireerd tot bijzondere prestaties, want ze leveren een heel hoogstaande prestatie.