CD Verzamelprogramma's

OTTER, ANNE SOFIE VON: MUSIC FOR A WHILE

Otter, Anne Sofie von: Music for a while. Ferrari: Amanti, io vis o dire, Frescobaldi: Se l ‘aura spira, Caccini: Dovro dunque morire?, Monteverdi: Ecco, di dolci raggi Quel sguardo sdegnosetto – adagietti Poppea; Kapsberger: La Capone - Arpeggiata, Strozzi: Udite, amanti, Storace: Ciaccona, Purcell: Saraband with division; Sweeter than roses; Dear, pretty youth; Music for a while; There’s not a swain; An evening hymn; Dowland: In darkness let me dwell; Can she excuse my wrongs?; Weep you no more, sad fountains; What if I never speed? en Johnson: Fantasia. Anne Sofie von Otter, Jory Vinikour, Jakob Lindberg en Anders Ericson. Archiv 477.511-4 (67’48”). 2004

 

De muzikale ondernemingslust van de Zweedse mezzo lijkt geen grenzen te kennen. Ze beweegt zich met schijnbaar groot gemak en bijna altijd veel overtuiging door alle stijlperioden en genres. Hier keert ze naar de vroegbarok terug toen ze de wens had kenbaar gemaakt om een recital met klavecimbel- en luitbegeleiding te willen maken. Na gesprekken met luitenist Jakob Lindberg werd aanvankelijk besloten vooral luitliederen van Dowland en Purcell op te nemen, later besloot men ook vroeg zeventiende eeuwse Italanen als Ferrari, Strozzi en Frescobaldi te integreren, waarvoor meer en andere begeleiding gewenst was behalve een kistorgel ook luit en theorbe. Competente Zweedse instrumentalisten waren snel gevonden en zo kwam dit afwisselende, boeiende boeket tot stand. Een echt vergelijkbare opname van dit materiaal is er nauwelijks en hoewel Von Otters stem langzamerhand iets aan wendbaarheid en glans begint te verliezen, hoeft ze zich in dit kamermuziekrepertoire nergens te forceren en blijkt haar stem zelfs nog veel van haar jeugdige zuiverheid te hebben behouden. Het is alsof we aanwezig zijn bij een intiem huiskamerconcert met een musiceren op het hoogste niveau en meer dan voldoende afwisseling. Helemaal zonder eigenaardigheden wordt het leuke programma niet afgewikkeld: in Ferrari’s ‘Amanti, io vi so dire’ bijvoorbeeld stoort het voortdurend uitfaden van frasen, maar daar staat dan weer een prachtig ‘Ecco di dolce raggi’ van Monteverdi tegenover en feitelijk het mooist slaagden de liederen van Dowland.