Giulia Nuti: Le coeur & l’oreille: Manuscript Bauyn. Couperin, L.: Prélude nr. 13 in F; Klavecimbelstuk nr. 81 in F ’Tombeau de M. Blancrocher; Suite in g; Chambonnières: Suites in F en C; Hardel: Suite in d; d’Anglebert: Sarabande grave en forme de gaillarde; Froberger: Toccata in a; Mesangeau: Sarabande; Pinel: Sarabande. Arcana A 434 (74’24”). 2015
De Franse familie Bauyn d’Angervilliers was rond 1690 in het bezit van een manuscript waarin alle tot dan toe gepubliceerde klavecimbelwerken van Jaques Champion de Chambonnières, Nicolas Lebègue en mogelijk Élisabeth Jacquet de de la Guerre en Jean-Henri d’Anglebert waren opgenomen. Hoofdschotel zijn vrijwel alle toen bekende 122 werken van Louis Couperin en werken van Chambonnières, maar er bevinden zich ook twintig composities van Froberger onder en stukken van Joseph Chabanceau de la Barre, Jacques Hardel, René Mesangeau, Germain Pinel, Étienne Richard en Girolamo Frescobaldi.
Het manuscript bevindt zich nu in de Franse Nationale bibliotheek.
Daaruit putte de Italiaanse klaveciniste Giulia Nuti, die eerder de aandacht op zich vestigde met de cd Les sauvages (Duitse Harmonia Mundi 8884-3060046-2) ook met klavecimbelwerken van vòòr de revolutie van Schobert, Tapray, Eckard, Hülmandel en Mozart.
Nuti pakt de gespeelde werken overdacht en rustig aan zodat ze alle versieringen en de gracieuze dansen duidelijk en grondig kan uitwerken. Hoogtepunten worden gevormd door de heel welsprekende Chaconne van Chambonnières en de edele Passacaille van Louis Couperin.
Het instrument dat Giulia Nuti nu bespeelt is Le Hanneton van Louis Denis uit 1685 en niet het Taskin instrument van Les sauvages. In de loop der jaren is daaraan gerestaureerd, maar de kern van de warme klank die zo geschikt is voor muziek uit de tweede helft van de zeventiende eeuw is behouden.