Jonathan Nott: Strauss, R.: Suite uit het Ballet Schlagobers op.70; Debussy: Jeux; Ligeti: Melodien. Suisse romande orkest o.l.v. Jonathan Nott. Pentatone PTC 5186-721 (73’22”). 2018
Voor zijn eerste opname als nieuwe chef van het Geneefse orkest stelde Jonathan Nott een aardig en origineel programma samen. De balletmuziek domineert daarin. Ernest Ansermet, de oprichter van dat orkest, behoorde tot de eersten die zo’n vijfenzestig jaar geleden een opname maakte van Debussy’s ‘poème dansé’ Jeux uit 1913 (Testament SBT 1321).
Nott toont een goed tempogevoel in de potentieel nogal fragmentarische partituur en brengt alle melodielijnen goed in evenwicht zodat de richting en de schoonheid van de muziek fraai in beeld komen.
Richard Strauss schreef zijn ballet Schlagobers (slagroom) over kinderen op eeg naar volwassenheid in een Weense Konditorei in 1922. De enige volledige opname daarvan is van Wakasugi (Denon CO 73414); Strauss zelf dirigeerde het Weens filharmonisch in 1944 in een achtdelige suite (Dante LYS 120), net als Rickenbacher (Koch 3-6559-2) en N. Järvi (Chandos CHAN 9606), maar al gauw blijkt dat Nott voor een karakteristieker en sfeervoller verklanking met hoogtepunten als de ’slagroom wals’ en de ‘generale dans’ zorgt.
Melodien van Ligeti uit 1971 kende ik van Reinbert de Leeuw (Teldec 8573-83953-2), David Atherton (Decca 425.623-2) en vooral Peter Eötvös (BMC 162). De componist onderscheidt daarin 3 lagen: de melodieën van de titel aan het oppervlak, secundaire figuurtjes als ostinati in de middenlaag en lang aangehouden tonen in de onderlaag. De wisselingen in prominentie daarvan maken het ongeveer een kwartier durende stuk boeiend. Ook hier zorgt Nott voor een gedegen weergave die dankzij de puike akoestiek van de Victoria zaal en de opnamemensen van Pentatone van voortreffelijk gehalte is.