Nieuw Amsterdams klarinetkwartet. Wunderhorns. Mahler: ‘Erster Nachtmusik’ uit Symfonie nr. 7 (bew. Faber); ‘Ging heut’morgen übers Feld’ uit Lieder eines fahrenden Gesellen (bew. Faber), ‘Des Antonios von Padua Fischpredigt’ uit Des Knaben Wunderhorn (bew. Van Merwijk), ‘Das irdische Leben’ uit Des Knaben Wunderhorn (bew. Beijer), ‘Trauermusik’ uit Symfonie nr. 5 (bew. Faber), ‘Was die wilden Blumen mir erzählten’ (bew. Britten/Faber), ‘Mahlers Walzerfolge’ (bew. Faber), ‘Verlor’ne Müh’ (bew. Beijer), ‘Lob des hohen Verstandes’ (bew. van Merwijk), ‘Rondo burleske’ uit Symfonie nr. 9 (bew. Van Prooijen), ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’ (bew. Faber), Jesse Hammer: ‘Dreimal ist der Hammer’ uit Symfonie nr. 6; Fedyk: ‘Gustavski Kuckuck’; ‘Ankunft in der Stube’; ‘Kann ich Gustav Kochen?’  (bew. Faber B. en J., Wolfs). Met Barbara Kozelj (ms) en Mark Braafhart (slagw). Eigen beheer, bestellen per e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. (60’09”). 2020

 

Het uit Sergio Hamerslag, Bart de Kater, Tom Wolfs en Jesse Faber samengestelde Nieuw Amsterdams Klarinetkwartet trotseerde de Covid pandemie en maakte nu een optreden tijdens het Mahlerfeest in 2020 onmogelijk werd in alle rust een opname van in eigen kring gemaakte bewerkingen van bekende liederen en orkestrale symfonie fragmenten van Mahler en voegde daar wat stukken van Jesse Hammer en Fedyk aan toe, zodat we tenslotte ook bij klezmer belanden. In Fedyks ‘Gustavski Kuckuck’ is snel het lied ‘Ablösung im Sommer’ te herkennen.

Overeenkomstig de titel van het album, voeren de Wunderhorn liederen de boventoon en Barbara Kozelj zingt er vier.

De bewerkingen zijn knap gemaakt, maar feit blijft ook dat het ene werk bij zo’n bewerking nieuwe aspecten opent en het andere die juist verliest. De beide Symfoniedelen worden er zo niet mooier of interessanter door, de liederen komen in een nieuw daglicht te staan. Veel is daarbij te danken aan de mooie zang van mezzo Barbara Kozelj en slagwerker Mark Braafhart.

Er wordt uitbundig, maar ook scherp en duidelijk gemusiceerd waarbij alle kleurverschillen van de vier instrumenten worden uitgebuit. Het geheel is een blijk van met veel enthousiasme getoond groot vakmanschap 

Het programma eindigt met een aardig grapje: ‘Kann ich Gustav Kochen?’ Was er eigenlijk ooit een ‘Oud of eerste Amsterdams klarinetkwartet’?